Wellink somber over economie
Nederland komt in een economische recessie als de oorlog tegen Irak langer dan drie maanden gaat duren. Dat zei president Wellink van De Nederlandsche Bank (DNB) woensdag in een interview met het tv-programma NOVA en Het Financieele Dagblad.
Bij een oorlog langer dan drie maanden daalt de economische groei volgens Wellink met 1 à 2 procent. Nederland en ook de rest van Europa gaat dat voelen door extra werkloosheid en een verdere verslechtering van de overheidsfinanciën. Ook de perspectieven op de middellange termijn verslechteren.
Bij een korter durende oorlog „scheert Nederland langs de rand van recessie”, aldus Wellink. Daarna zal wel vrij snel herstel optreden, verwacht de bankpresident. Hij zei verder dat er haast is met de formatie van een nieuw kabinet met het oog op de enorme economische problemen in Nederland.
Het Centraal Planbureau (CPB) gaat tot nog toe uit van een economische groei in Nederland van 0,75 procent dit jaar en 1,75 procent volgend jaar. De oorlog noodzaakt tot extra overheidsbezuinigingen, verwacht Wellink, boven op de 14 miljard euro waarover nu in de kabinetsformatie wordt gesproken. Een langduriger oorlog, waaronder een oorlog van drie tot zes maanden wordt verstaan, dwingt een nieuw kabinet al gauw tot 3 à 4 miljard euro aan „meer en duidelijker additionele ombuigingen”, denkt de DNB-president.
Los van de te verwachten humanitaire gevolgen, waarover Wellink zich overigens verontrust toont, zullen de financiële gevolgen van de oorlog volgens hem veel groter zijn dan vaak wordt gedacht. „Een oorlog is heel, heel duur.”
Boven op de directe oorlogskosten van 50 tot 150 miljard dollar komen namelijk na de oorlog nog de kosten van wederopbouw en van conflictbeheersing van 100 tot 700 miljard dollar. Met 1 à 2 procent minder economische groei derft de wereldeconomie nog eens 300 tot 600 miljard dollar, rekent Wellink voor.
De enorme economische problemen maken volgens Wellink een snelle kabinetsformatie gewenst. „Ik hoop echt dat het nieuwe kabinet er voor 1 mei is. Als het later wordt, is niet alleen 2003 maar ook 2004 een verloren jaar.” Dreigt er toch vertraging in de formatie, dan zouden alle politieke partijen er volgens de DNB-president verstandig aan doen om, los van de kabinetsformatie, op de belangrijkste economische beleidsonderdelen een breed politiek werkakkoord te sluiten.
Wellink benadrukt de grote onzekerheden over de financieel-economische consequenties van de Irak-oorlog. „Wij hebben wel duizend calculaties gemaakt. En dan zijn er internationaal nog duizenden andere berekeningen. Ik heb zelden meegemaakt dat de uitkomsten zo uiteenlopen.”
Bankpresident Wellink duidt erop dat deze grote onzekerheid met zich meebrengt dat er voorlopig geen rentestappen van de Europese Centrale Bank (ECB) zijn te verwachten. „We bevinden ons als ECB in dezelfde hoek als de Fed (de Amerikaanse centrale bank, red.) en Greenspan (voorzitter van de Amerikaanse centrale bank, red.): de gevolgen van de oorlog zijn zelfs qua richting heel moeilijk in te schatten. Verzwakt de oorlog de euro of versterkt de oorlog de euro? Het is daardoor te vroeg om nu het ECB-beleid voor dan te bepalen.”