Binnenland

Gericht op het leven, niet op de dood

Via een burgerinitiatief wil de actiegroep Uit Vrije Wil hulp bij zelfdoding voor levensmoede ouderen mogelijk maken. „Hoe kun je de samenleving duidelijk maken dat het dwaasheid is?”

tekst Jakko Gunst
5 March 2010 19:01Gewijzigd op 14 November 2020 10:01
„Dat onze cultuur zo arm, zo kil is geworden dat sommigen de dood omarmen als oplossing zou kerken tot verootmoediging moeten stemmen. De komende biddag zou daarvoor een goede gelegenheid zijn.” beeld ANP
„Dat onze cultuur zo arm, zo kil is geworden dat sommigen de dood omarmen als oplossing zou kerken tot verootmoediging moeten stemmen. De komende biddag zou daarvoor een goede gelegenheid zijn.” beeld ANP

De initiatiefgroep Uit Vrije Wil oogstte niet alleen instemming, nadat zij op 9 februari voorstelde de regels rond hulp bij zelfdoding te verruimen. Bij haar plannen werden ook kritische kanttekeningen geplaatst, waarvan diverse uit niet-christelijke hoek.Het voorstel om een regeling te ontwerpen waardoor zelfdodingsconsulenten levensmoede ouderen na enkele ‘doodswensgesprekken’ dodelijke middelen zouden mogen bezorgen, riep vragen op bij artsenorganisatie KNMG en de Amsterdamse hoogleraar M. Trappenburg. Zij vrezen dat naast het al bestaande euthanasietraject „een tweede, schimmiger weg” wordt gebaand naar de dood.

Publicist Simon Burgers vroeg zich in de Volkskrant af wat zo’n regeling mogelijk had betekend voor zijn moeder voor wie het leven na de dood van haar man tijdelijk zijn zin verloor. „Na ongeveer een jaar wist zij uit het dal te klimmen en zij heeft nog meer dan tien waardevolle jaren gehad. Hoe zou zij gehandeld hebben als zelfdoding met hulp mogelijk was geweest?”

Directeur dr. R. Seldenrijk van de Nederlandse Patiënten Vereniging (NPV) is verheugd over de tegengeluiden. „Ze laten zien dat de weerstand niet alleen leeft in christelijke kring.” Wel moet hem van het hart dat hij nog geen helder tegengeluid heeft gehoord vanuit de kerken.

„Dat is jammer. Een kerk is geen politieke partij, maar als het goed is wel een gemeenschap midden in de actualiteit. Als één maatschappelijke groepering zich druk zou moeten maken om het leven, dan toch wel de kerk?

De kilheid en het gebrek aan liefde die uit de plannen van Uit Vrije Wil naar voren komen, gaan kerken wel degelijk aan. Dat onze cultuur zo arm, zo kil is geworden dat sommigen de dood omarmen als oplossing zou tot verootmoediging moeten stemmen. De komende biddag zou daarvoor een goede gelegenheid zijn.”

Het is te makkelijk om te zeggen dat de initiatiefgroep alleen maar een proefballon heeft willen oplaten, of een voorzet voor een debat heeft willen geven, stelt Seldenrijk. „Natuurlijk, er is gelukkig nog geen wettelijke regeling in de maak en hun voorstel staat nog niet op de agenda van het parlement. Toch is er ook in dit stadium al voldoende bekend over wat deze groep drijft.”

De NPV-directeur verwijst naar het vraaggesprek met mede-initiatiefnemer dr. J. C. Terlouw dat vorige week in deze krant verscheen. „Ik mis in zijn betoog een fundamentele aanzet voor een betere zorg. Wat al helemaal ontbreekt, is de bereidheid en de neiging om zich in de achtergrond van een door mensen geuite doodswens te verdiepen. Die wordt helemaal bekend verondersteld. Voor mensen die levensmoe zijn en een doodswens uiten, is de dood blijkbaar het enige dat deze groep in de aanbieding heeft.

Dat is schokkend, want uiteindelijk draait het om een gebrek aan levenszin, zoals sommige mensen dat ervaren. Ik wil dat niet bagatelliseren, maar de realiteit gebiedt wel te zeggen dat het daarbij gaat om een veranderlijk gevoel. Daarop kun je zo’n disproportionele daad als hulp bij zelfdoding toch niet baseren? Een besluit nemen op een gevoel dat mensen hebben, wordt in onze rationele samenleving juist alom als onverstandig en onlogisch gezien.

Zo’n regeling mag nooit ingebed raken in de samenleving. Dan berusten we in het gegeven dat sommige mensen niet kunnen omgaan met de ouderdom en het verlies van krachten. En bevorderen we dat ze zich afsluiten van jongere generaties, die de ouderen moeten ondersteunen. Ook voor de solidariteit tussen generaties is dat niet goed.

De zorg dat een dergelijke regeling straks massaal zal worden gebruikt of zelfs misbruikt, schuift deze groep robuust terzijde. Dat doet me denken aan een bijeenkomst uit 1987 waarin prof. Kuitert en de ethici Dupuis en De Beaufort voorstellen deden voor een regeling voor euthanasie. Volgens hun inschatting zouden daar jaarlijks drie tot vijf patiënten gebruik van maken. Inmiddels komen alleen al de jaarlijkse aantallen meldingen rond de 2500 uit.

Nog een verontrustend gegeven is het gemak waarmee deze groep spreekt over de manier waarop mensen met een doodswens straks hulp bij zelfdoding moeten kunnen afdwingen. Ze zien het als een afdwingbaar recht. Gaat het veronderstelde recht om gedood te worden, anderen straks verplichten om te doden? Zo autonoom kan een mens toch niet zijn, dat hij voor anderen gaat bepalen wat diens verantwoordelijkheid is?”

Met de website mijnlevenmaakiknietzelfuit.nl is de NPV een tegenbeweging begonnen. Wat hoopt u te bereiken met dit initiatief?

„Dat de regeling van Uit Vrije Wil er komt, is nog geen uitgemaakte zaak. Het draagvlak voor deze ideeën kan wel eens minder groot zijn dan de initiatiefgroep het zelf voorstelt. In 2002 concludeerden onderzoekers van de Vrije Universiteit Amsterdam dat 15 procent van de ondervraagden vindt dat er hulp bij levensbeëindiging moet zijn voor levensmoede ouderen; 32 procent twijfelde en antwoordde: misschien. Er zijn volgens de onderzoekers geen aanwijzingen dat de verhoudingen inmiddels anders zijn.

Ook de cijfers waarmee de initiatiefgroep probeert de indruk te wekken dat het hebben van een doodswens breed zou voorkomen onder ouderen in verzorgingshuizen zijn overdreven. Dezelfde onderzoekers schatten het aandeel ouderen voor wie dat geldt recent op 0,8 procent.

Laten we ook niet vergeten dat de inzet voor dit initiatief vooral afkomstig is van de zelfbenoemde culturele voorhoede uit de jaren zeventig. Tot welke leeftijdsgroep de steunbetuigers behoren, is niet duidelijk. Als dat overwegend generatiegenoten zijn, kan het zijn dat hun geluid met het verstrijken van de tijd wat verstomt.

Hoe dan ook, er is volop ruimte om in het publieke debat het onlogische van dit plan aan te wijzen, de samenleving te laten zien dat dit dwaasheid is. Dat gaan wij proberen. Wij gaan niet voor de macht van het getal, maar voor de macht van het argument.”

De kanttekeningen van critici zijn zo talrijk dat sommigen zich hardop afvragen of de initiatiefgroep ooit een politieke meerderheid kan krijgen voor zijn plannen. U bent daar minder gerust op?

„Inderdaad. Oud-minister Borst, een van de grondleggers van de euthanasiewet, gaf onlangs toe dat deze wet achteraf bezien te snel is doorgevoerd, nog voor de mogelijkheden van goede, palliatieve zorg voldoende in de besluitvorming waren meegenomen. Mijn vrees is dat een regeling voor hulp bij zelfdoding straks met eenzelfde haast geregeld wordt, dat het onderwerp snel op de politieke agenda belandt, nog vóór er een fundamentele, maatschappelijke discussie is gevoerd.

Alles wijst erop dat de strategie van Uit Vrije Wil op zo’n besluitvormingsprocedure is gericht. Het is een kleine, maar invloedrijke groep die alles op alles zal zetten om zijn wil door te drukken en zal proberen de publieke opinie net zolang te bespelen tot het gevoel bestaat dat wat zij willen wel logisch en redelijk is. Daarbij is mijn vertrouwen in alleen een politieke afweging niet zo groot. De politiek gaat vaak uit van een ethiek van 51 procent en is daarom een slecht gremium om een fundamenteel debat te voeren. Als het die kant op gaat, en die dreiging is er, komen we straks in een situatie waarin een politieke meerderheid zegt: Akkoord, het plan heeft nogal wat voetangels en klemmen, maar laten we het toch maar wettelijk vastleggen. Dan zien we wel. We zorgen voor een toetsingsprocedure, we spreken af de regeling om de vijf jaar te evalueren en als het nodig is, sturen we bij. Tot echte bijsturing komt het echter zelden, kijk maar naar het oprekken van de abortus- en euthanasiewetgeving.”

Denkt u dat de toon die de NPV aanslaat breder leeft in de gezondheidszorg dan het geluid van Uit Vrije Wil?

„Ja, dat denk ik wel, want de gezondheidszorg en de psychiatrie zijn naar hun aard en in onze cultuur natuurlijk helemaal niet gericht op de dood, maar juist op het leven. Recent nog zijn er vanuit de psychiatrie allerlei aanzetten voor het verbeteren van suïcidepreventie gedaan. Momenteel wordt daar ook veel in geïnvesteerd.

Dat staat haaks op wat Uit Vrije Wil voorstaat, het faciliteren van zelfdoding. En terecht, want het kan ook nooit ons doel zijn om in een samenleving uit te zijn op de dood van een ander. Je kunt daar ook geen derden voor in het geweer roepen, zeker niet onze gezondheidszorg.

Op de gedachte dat je het leven boven een bepaalde leeftijd wel hebt geleefd valt natuurlijk ook wel wat aan te merken. Iedereen weet dat de ouderdom in vergelijking met vroeger juist veel meer gepaard gaat met welzijn en gekoppeld wordt aan noties als vitaliteit en productiviteit. In die context is het redelijk absurd om zomaar opeens een leeftijdsgrens van 70 jaar naar voren te schuiven als leeftijd waarbij vrijwillige levensbeëindiging een optie zou kunnen worden. Ik hoop dat velen dat zo zullen zien.”

Lang niet iedereen wil levensmoeheid zo rechtstreeks koppelen aan hulp bij zelfdoding als Uit Vrije Wil. Wel kan hun lobby zorgen voor gelatenheid of verlegenheid bij mantelzorgers of familieleden. Bespeurt u dat wel eens in de achterban van de NPV?

„Gelukkig nog niet. Ik denk dat velen het wegzakken van levenszin bij iemand zullen zien als signaal dat ze hun aandacht en toewijding voor die persoon moeten proberen te vergroten. Daartoe willen we hen ook van harte aanmoedigen.

Om mensen praktisch behulpzaam te zijn gaan we dit voorjaar samen met de vereniging van christelijke zorgaanbieders Reliëf cursussen organiseren, waarin vrijwilligers van binnen en buiten de NPV leren hoe oudere mensen onder begeleiding een levensboek kunnen opstellen. Uit onderzoek blijkt dat het maken van een creatief verslag over het eigen leven kan bijdragen aan de zin­ervaring van ouderen, aan het verhelderen van hun zicht op het heden en de toekomst. Zo’n benadering van levensmoede ouderen is van een heel andere orde dan te zeggen: laat zulke ouderen maar in de kou staan. Want daar komt de benadering van Uit Vrije Wil wel op neer.”

Juist artsen en anderen die sceptisch zijn houden zich in discussies over medisch-ethische onderwerpen nogal eens afzijdig. Bent u niet bang dat dit nu weer gebeurt?

„De kans bestaat, maar Willem van Oranje zei ooit: Men hoeft niet te hopen om te ondernemen, noch te slagen om vol te houden. Dat is ook ons devies.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer