Ontvoerde Britse meisjes schrijven boek
Vier dagen lang worden ze gevangengehouden, gemarteld, verkracht en bijna vermoord. Heel Engeland is in spanning. Als door een wonder vindt de Britse politie Charlene Lunnon en Lisa Hoodless levend terug. Elf jaar na dato proberen beide jonge vrouwen dit bizarre hoofdstuk uit hun leven achter zich te laten. „We hadden normale meisjes kunnen zijn.”

Ze ogen ontspannen – bijna té ontspannen. Op een haast terloopse manier vertellen Lisa Hoodless en Charlene Lunnon in een Amsterdams hotel over de verschrikkingen die ze als tienjarige meisjes moesten doorstaan. Als een soort definitieve afsluiting schreven ze een boek over hun ontvoering en de gebeurtenissen die daarop volgden.”Het gebeurde op een dinsdag”, is de sobere titel van het boek. Maar die dinsdag 19 januari 1999 zou het leven van Charlene en Lisa voorgoed veranderen. De twee vriendinnen zijn lopend op weg naar hun school in Hastings, in het zuidoosten van Engeland, als ze langs een berg afval op straat lopen. Als Lisa op een beschimmelde aardappel dreigt te stappen, geeft Charlene haar een duw, waardoor ze de weg op struikelt. De bestuurder van een turquoisekleurige auto kan het meisje maar net ontwijken.
De auto stopt, even verderop. „We dachten dat de chauffeur ons zou uitfoeteren”, vertelt Charlene. „In plaats daarvan bood hij zijn excuses aan. „Sorry van daarnet, meiden”, zei hij. „Gelukkig heb ik je niet geraakt.””
Het voorval lijkt met een sisser af te lopen. Tot de bestuurder van de turquoise auto zijn arm om de schouders van Lisa en Charlene legt. „Het voelde niet prettig, maar het leek onbeleefd om die arm weg te duwen”, herinnert Lisa zich. „Wij waren tenslotte fout geweest. Toen greep hij ons plotseling steviger vast en beet ons toe dat we in de auto moesten stappen en moesten doen wat hij zei.”
En zo begint voor de Britse meisjes een nachtmerrie die vier dagen zou duren – en hen de rest van hun leven zou achtervolgen. „Achteraf denk je: ik had iets moeten doen – vechten, schreeuwen, wat dan ook”, zegt Charlene. „Ik stond daar maar, volledig in shock. Op dat moment had ik weg kunnen rennen, omdat hij me alleen bij mijn jas vasthield, maar ik stond als aan de grond genageld, als een konijn dat in de koplampen kijkt. Ik vertoonde geen enkele reactie. Ik dacht maar aan één ding en dat was dat ik Lisa niet in de steek mocht laten. Ik moest bij haar blijven en haar beschermen.”
Alan Hopkinson propt de twee vriendinnen in de kofferbak van zijn auto en neemt ze mee naar de parkeerplaats voor zijn huis. Aanvankelijk doet hij voorkomen dat hij de meisjes heeft ontvoerd om losgeld van hun ouders te eisen. Maar al snel worden de ware bedoelingen van de al eens veroordeelde pedofiel duidelijk. „Het ergste was dat hij ons steeds apart nam”, vertelt Lisa. „Elke keer stonden we doodsangsten uit dat hij de ander had vermoord. We wisten dat we heel dicht bij de dood waren.”
In een grote sporttas neemt de man Lisa en Charlene om beurten mee in zijn woning. Schijnbaar onschuldige vragen stelt hij. Over hun lievelingskleur, hun favoriete film, hun adres. Maar dan kleedt hij de meisjes uit en begint hen te betasten. Dat is nog maar het begin van de beproevingen die het tweetal vier dagen lang moet doorstaan.
Keer op keer verkracht Alan Hopkinson zijn gevangenen. Praten over die gebeurtenissen doen Lisa en Charlene liever niet. Maar in hun boek komen de verschrikkingen in volle omvang naar voren. „De pijn was zo hevig dat ik mezelf niet meer kon afsluiten van wat er gebeurde, maar ik probeerde toch aan het vriendelijke, liefdevolle gezicht van mijn vader te denken en aan de wetenschap dat hij onderhand vast naar me op zoek was”, aldus Charlene. „Ik bad tot God dat hij me snel zou vinden.”
Die bede zou na vier dagen worden verhoord. Intussen volgt heel Engeland in spanning het nieuws over de ontvoerde meisjes. Hun ouders doen vertwijfelde oproepen op televisie aan de ontvoerder om hun kinderen ongedeerd vrij te laten. „Ik kon het beeld van het gezicht van mijn vader niet uit mijn hoofd krijgen”, herinnert Charlene zich. „Hij zag er oud, vermoeid en verdrietig uit. Hij keek alsof zijn hele wereld was ingestort.”
Op woensdagavond neemt Alan de meisjes mee naar de kust. Op de rand van een klif geeft Hopkinson Charlene een duw, zodat ze bijna in de diepte naar beneden stort. „Ik wist dat hij ons op een keer zou vermoorden”, vertelt Charlene. „Maar hij zei tegen ons: Nee, ik denk dat ik jullie nog één dag houd.”
Op vrijdagmorgen, vroeg in de ochtend, wordt er hard op de deur van Alans huis geklopt. De politie staat op de stoep. Er zijn klachten binnengekomen van een paar meisjes uit de buurt over zijn gedrag. Of hij even mee naar het bureau wil komen. „O, trouwens, die twee vermiste meisjes uit Hastings zitten hier bij mij in de woonkamer”, voegt Hopkinson de agenten toe.
„Lisa en ik konden geen woord uitbrengen”, vertelt Charlene. „We waren te zeer overvallen door het plotselinge einde aan onze gevangenschap.” Na verhoor door de politie en medische onderzoeken worden de meisjes met hun familie herenigd. „Het was een afschuwelijke ervaring geweest, maar nu was alles achter de rug en kon het leven gewoon weer verdergaan”, is Charlenes eerste gedachte als ze haar ouderlijk huis binnenstapt.
De werkelijkheid blijkt echter anders. Weken van verhoor, therapie en ziekenhuisbezoek volgen. Verslaggevers uit de hele wereld stromen toe om het verhaal van de twee meisjes te horen. Tot de tijd de diepe wonden voorzichtig begint te helen. „Langzaam maar zeker, naarmate de dagen verstreken, werd alles weer min of meer normaal, behalve dan dat iedereen opeens met ons bevriend wilde zijn”, vertelt Lisa. „Ik wist dat het geen echte vriendschap was, maar dat ze alleen maar met me gezien wilden worden om wat ik had meegemaakt.”
Worden jullie er niet moe van om iedere keer weer opnieuw je verhaal te vertellen?
Charlene: „Ja, maar met dit boek hopen we deze episode uit ons leven definitief te hebben afgesloten. Overigens konden we er de eerste jaren nauwelijks over spreken. We waren uit alle macht bezig om die vreselijke gebeurtenissen achter ons te laten. Nu, na ruim tien jaar, heb ik soms het gevoel dat het allemaal niet is gebeurd en kan ik er op een heel natuurlijke manier over praten. Met het boek willen we laten zien dat je ondanks een afschuwelijke ervaring, erbovenop kunt komen. En dat Alan niet heeft gewonnen.”
Hoe goed kun je je nog dingen herinneren die op je tiende zijn gebeurd?
Lisa: „Elk detail van de kamer waarin we werden vastgehouden, staat in mijn geheugen gegrift. Dat schijnt typisch te zijn voor mensen die een traumatische ervaring doormaken. De pijn en de gevoelens van destijds slijten met de jaren. Maar Alans gezicht zal nooit uit mijn herinnering verdwijnen.”
Wat heeft uit die periode de meeste impact op jullie gehad?
Charlene: „De hele ervaring, niet speciaal één aspect. Dit heeft ons leven totaal op z’n kop gezet. We hadden normale meisjes kunnen zijn. Anderzijds heeft het ons gemaakt tot de mensen die we nu zijn. Mensen die over deze ervaring zijn heengekomen en het leven hebben leren waarderen.”
Hebben jullie ooit nog contact met Alan Hopkinson gehad?
Lisa: „Nee, we hebben hem na de arrestatie nooit meer gezien. De rechtszitting –hij is tot negen keer levenslang veroordeeld– hebben we via een videoverbinding gevolgd. Wel werden we steeds op de hoogte gehouden van de laatste ontwikkelingen rond zijn persoon. Bijvoorbeeld als hij een verzoek tot vrijlating op borgtocht deed. Gelukkig valt hij nog steeds in de categorie misdadigers die niet voor vervroegde vrijlating in aanmerking komen.”
Wat zouden jullie tegen hem zeggen als je hem zou ontmoeten?
Charlene: „Eigenlijk hebben we hem niet zo veel te vertellen. Behalve dan de vraag waarom hij dit heeft gedaan. We waren kinderen. Aan de andere kant ben ik hem soms bijna dankbaar. Dit heeft ons zo veel sterker gemaakt.”
Zouden jullie Alan Hopkinson zijn misdaden kunnen vergeven?
Lisa: „Nee, op dit moment niet. Het is overigens ook niet zo dat ik hem haat. En ik wil er ook niet mee te koop lopen dat we dit hebben meegemaakt. We zijn gewoon twee vrouwen met een achtergrond. Niet meer en niet minder.”
Welke invloed heeft jullie ervaring van destijds op het aangaan van een relatie?
Charlene: „Je wordt voorzichtiger, zeker als iemand te hard van stapel wil lopen. Aan de andere kant: verkrachting is iets dat tegen je wil gebeurt. Dat geldt niet voor een relatie. En je moet wel bedenken dat we destijds nog maar tien waren. We zijn nu een stuk ouder – en we weten in ieder geval hoe we ons moeten verdedigen.”
Mede n.a.v. ”Het gebeurde op een dinsdag”, door Charlene Lunnon en Lisa Hoodless; uitg. Arena, Amsterdam, 2010; ISBN 978 90 225 5328 2; 253 blz.; € 18,95.