Kerk & religie

Uijl: Bij -40 verdampt alle gewichtigdoenerij

Meer dan eens stond hij oog in oog met de dood tijdens de tientallen reizen die hij de afgelopen jaren met Russische evangelisten maakte over de poolvlaktes in Siberië. In hoeverre hebben zijn ervaringen onder de rendiervolken de kijk van Rien Uijl (63), jarenlang het gezicht van stichting Friedensstimme, op de gereformeerde gezindte veranderd? „Als je bij een temperatuur van -40 met je voertuig vastzit in de sneeuw en het ijs, verdampt alle gewichtigdoenerij. Dan ben je helemaal aangewezen op hulp van Boven.”

tekst Ben Tramper
5 March 2010 10:52Gewijzigd op 14 November 2020 10:01
Rien Uijl. beeld RD, Henk Visscher
Rien Uijl. beeld RD, Henk Visscher

Hij heeft nooit hoeven te kokhalzen, zegt hij. Toch overkwam het Uijl regelmatig dat hij innerlijk terugdeinsde bij het zien van de specialiteiten van de Siberische keuken die hem tijdens zijn evangelisatiereizen over de ijsvlakten boven de poolcirkel of in het gebergte van de Kaukasus in alle vriendelijkheid werden voorgeschoteld.Als directeur en oprichter van Friedensstimme, een stichting die sinds 1979 hulp verleent aan met name de niet-geregistreerde baptisten in de landen van voormalige Sovjet-Unie, deed Uijl vele tientallen keren Rusland aan. Samen met Russische voorgangers trok hij er per sneeuwscooter of jeep op uit om bewoners van dorpen en gehuchten in veraf gelegen en moeilijk toegankelijke gebieden op te zoeken.

Overal waar Uijl kwam werd hij gastvrij en vriendelijk onthaald. „Ook al hebben ze nagenoeg niets”, zegt hij, „mensen bieden meteen een maaltijd aan. Iedereen kan aanschuiven en meeëten.”

Het afslaan van een delicatesse is bij zo veel gastvrijheid een belediging?

„Zeker. Als je tot een goed gesprek wilt komen, is het een voorwaarde om deel te nemen aan hun maaltijd en te laten zien dat je ervan geniet. Soms kostte me dat best moeite. Zo zetten de vrouwen van een gemeente in Mangischlak, een stad bij de Kaspische Zee, mij ooit een speciale traktatie voor: een grote vistaart, niet versierd met kaarsen, maar gegarneerd met rechtopstaande vissenkoppen. Ze vonden het zelf een genot.”

En u?

Met een vies gezicht. „Nu ja, ik deed m’n best mijn deel naar binnen te werken. Maar die vissenkop – ik had er moeite mee. Gelukkig zag ik in een onbewaakt moment kans ’m met het mes op het bord van mijn vertaalster te wippen.

In de Kaukasus kreeg ik ooit de kop van een haan geserveerd. Twaalf mensen met donkere ogen keken me verwachtingsvol aan. Ik vond het vreselijk, maar ik heb toen voor de eer bedankt. Zo’n gaargemaakte kop opeten – dat kreeg ik niet voor elkaar. Op zo’n moment voel je je echt ongemakkelijk.”

U hebt barre tochten gemaakt door moeilijk begaanbare gebieden. Vergde dat in lichamelijk opzicht veel van u?

„Op een griepje na ben ik nooit ziek geweest. Wel heb ik altijd medicijnen bij me en artikelen voor eerste hulp. Ik ben gevoelig voor diarree. Daardoor ben ik altijd terughoudend bij het eten van vleesproducten.

Ook de koude heb ik altijd goed kunnen doorstaan. Twee jaar geleden maakte ik samen met een predikant een reis per sneeuwscooter. Na honderden kilometers haakte de evangelist die ons begeleidde af. Hij kon niet meer. Hij was helemaal op. Toen heb ik het stuur van hem overgenomen; we moesten verder. Tijdens die tocht zijn mijn handen, m’n mond en m’n kin bevroren. Enkele weken lang had ik last van grote blaren.”

Heeft u vaak voor uw leven gevreesd?

„Nee. Ik ben niet snel bang, ik raak ook zelden in paniek. Dat is iets waarvoor ik de Heere bijzonder dankbaar ben.”

Want u bent toch regelmatig in risicovolle omstandigheden geweest?

„Zeker. Mensen in mijn omgeving lieten mij soms weten dat ze het onverantwoord vonden wat ik deed. „Hoe kun je zoiets ondernemen, Rien?” vroegen ze mij. Mijn antwoord is eenvoudig: „Ik zou niet weten hoe we er anders het Evangelie kunnen brengen. Er is geen alternatief.”

Mijn vrouw en ik zijn er in ons hart van doordrongen dat God onze levensweg heeft gekruist met het pad van de Russische christenen. Hij heeft het werk van Friedensstimme rijk gezegend. Op veel plaatsen in het onmetelijke Rusland zijn gemeenten ontstaan door evangelisten die vanuit Nederland met gebed, meeleven en financiële middelen zijn ondersteund.

Ik ben vaak getuige geweest van de grote kracht van het Woord van God in het leven van mensen. Dat heeft mij diep verwonderd. Ik denk aan een vrouw uit Tajmyr, in het noorden van Rusland. De eerste keer dat ik haar ontmoette liep ze ons om halftien in de ochtend dronken na te schelden. God greep in haar leven in. Twee jaar later zag ze er schoon en verzorgd uit. Ze zette haar huis voor ons open. We mochten er evangelisatiebijeenkomsten organiseren voor de dorpsbewoners.”

Tijdens een reis voorbij de poolcirkel, op honderden kilometers afstand van de bewoonde wereld, brak ooit de as van uw voertuig. Wat gaat er op zulke kritieke momenten in u om?

„Mijn leven is in Uw hand.”

Dat geeft rust?

„Ja. Maar het is niet zo dat ik in zulke situaties druk bezig ben met de vraag: hoe sta ik erin? Je ervaart dat je totaal van God afhankelijk bent.”

Komt de dood dan dichtbij?

„Ja, zeker. Je weet: Dit kan het einde zijn. Dat zie je ook onder ogen.”

En dan?

„Ik heb ervaren dat de Heere dan de innerlijke rust geeft die je nodig hebt. Hij heeft er altijd voor gezorgd dat ik niet werd bevangen door angst.

„In zes benauwdheden zal Hij u verlossen, en in de zevende zal u het kwaad niet aanroeren.” Die woorden van Job spreken mij erg aan. Vaak als we in benarde omstandigheden verkeerden, kwam er van onverwachte zijde hulp. Of slaagden we erin moeilijke reparaties uit te voeren, zodat we verder konden reizen.”

Heeft u wel eens de neiging zichzelf als held te zien?

„O nee”, roept hij.

Na enige stilte: „De Heere heeft er altijd voor gezorgd dat ik nooit het ventje kon worden. In mijn jeugdjaren hoorde ik Gods kinderen wel eens zeggen: Er hangt gewicht aan de klok; nodig om het uurwerk op gang te houden. Zo werpt God moeilijkheden op je weg om je dicht bij Hem te houden en te voorkomen dat je rechtop gaat lopen. Zo waakt Hij ervoor dat hoogmoed in je leven niet de overhand krijgt.

Zelf heb ik vele Russische christenen gesproken die ten tijde van het communisme hevig hebben geleden in de strafkampen. Ik beschouwde hen als helden. Maar ze wilden er niets van weten. Later heb ik begrepen waarom. Ik heb ooit een over-val meegemaakt die werd geleid door functionarissen van de KGB, de Russische geheime dienst. Nooit zal ik de blik in de ogen van een van die mannen vergeten. Hij was als een duivel in levenden lijve.

Tijdens het verhoor werd mijn hart vervuld met een vrede en rust die niet onder woorden zijn te brengen. De Heere gaf mij woorden te spreken waarover ik me later, in mijn hotelkamer, heb verbaasd. „Hoe kon je dat zo zeggen, Rien?” vroeg ik me af. Waarop mij het antwoord te binnen schoot: „Ja, dat was niet van jou, dat was van de Heere Zelf. Hij gaf je wat je nodig had.”

U heeft in Rusland tientallen voorgangers gesproken. Aan wie bewaart u de dierbaarste herinneringen?

„Mag ik twee namen noemen? Ik denk in de eerste plaats aan Lydia Vins, de moeder van de bekende baptistenpredikant George Vins. Zij leeft niet meer. Ik herinner mij haar als een godvruchtige vrouw.

Jaren geleden hield ze een toespraak in de Laurenskerk in Rotterdam. De kerk puilde uit. Er ging van haar zo veel waardigheid uit, dat de mensen spontaan opstonden toen zij naar het spreekgestoelte liep. Het was alsof koningin Wilhelmina naar voren trad.

In de tweede plaats denk ik aan voor­ganger Boris Schmidt, een belezen man die zichzelf had leren kennen als totaal verdorven, maar die ook wist van zijn behoud in Christus. Na de val van het communisme zag hij het als de dure roeping van de kerk om Gods Woord overal in het land te verspreiden.”

Wat straalden deze mensen uit?

Hij denkt na. „Hoe kan ik dat nu het beste verwoorden? Het is een vrede en een rust die tegelijk ook gezag verwekt. Je kon aan alles merken: deze mensen zijn door de poorten van de dood gegaan, ze zijn gevormd door de school van het lijden. Dat heeft hun een levensrijpheid gegeven die ik in die mate bij anderen nooit was tegengekomen. Zij wisten uit ervaring: niets in mij, de kracht ligt in God.

Ik proefde bij hen iets wat ik ook proefde bij de godvrezende mensen die ik als twintiger in Vlaardingen leerde kennen. Dan kon het gebeuren dat ik op de markt liep en opeens op mijn schouder werd getikt door ouderling Wielaard. „Zo Rien”, vroeg hij dan, „hoe is het? Het is een week van avondmaalsvoorbereiding – hoe sta je ervoor?”

Stellen wij in de gereformeerde gezindte elkaar nog zulke vragen? Zo onbevangen?”

Wat denkt u?

„Ik ben bang dat het kerkelijk leven in Nederland veel schade oploopt door veel godsdienstige gewichtigheid. In Rusland is dat anders. Een jongen van 18 kan daar open en vrij zijn problemen bespreken met een oudere voorganger, ook al is dat een 60-plusser.”

Wat maakt mensen gewichtig?

„Ik denk dat het te maken heeft met het spraakgebruik van onze voorgangers en hun omgangsvormen. Er is behoefte aan oorspronkelijkheid.”

Wat bedoelt u concreet?

„Laat ik een voorbeeld geven. Onlangs maakte ik een dienst mee van een gemeente in Zwolle. Er ging een oudere predikant voor. Ik vond het weldadig om te zien hoe hij op de kansel zichzelf was. Hij wees met ernst de zonde aan, gaf er ook voorbeelden van. Tegelijk prees hij met warmte en hartelijkheid de dienst van de Heere aan –het was goed om er te zijn.

Er zijn ook voorgangers bij wie ik denk: al die termen en technische begrippen – spreekt u thuis aan tafel ook zo met uw kinderen?”

U zei enkele jaren geleden in een interview dat u telkens als u in Rusland komt, wordt geraakt door de openheid waarmee christenen spreken over hun vreugde en verdriet. Mist u die openhartigheid in Nederland?

„Ja. Al moet ik ook zeggen: Ik heb erg aan de emotionaliteit van de Russische christenen moeten wennen. Ik zal nooit vergeten dat ik voor het eerst een avondmaalsdienst bijwoonde. De viering ging met veel emotie gepaard: huilende vrouwen, snikkende mannen.

Aan een oude zuster vertelde ik dat ik er moeite mee had. Toen zei ze: „Broeder Rien, vergeet niet dat de gemeente voor ons de enige plaats is waar wij onszelf mogen zijn. Thuis, als we bij familie zijn of waar dan ook, moeten we altijd op onze hoede zijn voor mensen die het christelijk geloof niet kunnen verdragen.””

Russische christenen beklemtonen het belang van stille tijd. Hoeveel waarde hecht u eraan?

„Heel veel. Het laat zien welke plaats de Heere in je leven inneemt. Ik zei vroeger wel eens tegen mijn kinderen: Jongens, de Heere bemoeit Zich zelfs met je schoenveters. Daarmee bedoel ik te zeggen dat we Hem mogen betrekken bij alles wat ons weegt of zorgen geeft.

Dat is wat mij telkens treft bij de broeders en zusters in Rusland: aan de ene kant hun vrijmoedigheid in het gebed, aan de andere kant hun diepe besef van de heiligheid van God. Van hen kun je leren: hoe dichter we bij de Heere leven, hoe kleiner wijzelf in eigen ogen worden en hoe eerbiediger we over Zijn liefde en genade spreken.”


Levensloop Rien Uijl

Rien Uijl (Gouda, 1946) gaf eind jaren zeventig zijn baan op bij Unilever Research Laboratorium en wijdde zich sinds die tijd geheel aan het werk voor stichting Friedensstimme, een organisatie die zich op financieel en materieel terrein inzet voor niet-geregistreerde baptisten in Rusland. Uijl maakte vele reizen naar de landen in de voormalige Sovjet-Unie. Hij was een kwarteeuw ambtsdrager in de gereformeerde gemeente te Bodegraven. Om gezondheidsredenen zag hij zich eind vorig jaar gedwongen het ambt en de directiefunctie bij Friedensstimme neer te leggen. Uijl is gehuwd en heeft zeven kinderen en veertien kleinkinderen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer