Shell heeft draaiboeken klaarliggen
Bij Shell liggen de draaiboeken voor de oorlog tegen Irak al geruime tijd klaar. Het Brits/Nederlandse olieconcern bekijkt per dag hoe te handelen. „Je hoopt dat er geen oorlog komt, maar je denkt systematisch na over de gevolgen en in de eerste plaats aan de veiligheid van de werknemers”, zei Shell-topman J. van der Veer begin vorige maand bij de presentatie van de jaarcijfers.
Shell heeft in de regio circa 7000 werknemers, van wie zeshonderd ’expats’. Dat zijn de personeelsleden die niet behoren tot de lokale bevolking van de landen waarin het concern actief is.
De ’expats’ en hun eventuele gezinnen worden teruggetrokken als de situatie dat vereist. Hierover wordt voortdurend overlegd met de betrokken ambassades, consulaten en met andere bedrijven. Voor de lokale werknemers wordt per land bekeken op welke wijze Shell kan bijdragen aan hun veiligheid.
Shell is niet actief in Irak zelf, en sinds de jaren zeventig ook niet meer in Koeweit. De draaiboeken hebben betrekking op Iran, Jordanië, Libanon, Oman, Saoedi-Arabië, de Verenigde Arabische Emiraten, Syrië, Jemen, Turkije en Pakistan.
De activiteiten van Shell in deze landen variëren. Zo is het concern in Jordanië en Libanon alleen actief met de verkoop van olie en smeermiddelen. In Oman, Syrië en de Verenigde Arabische Emiraten heeft Shell productielocaties voor olie en - vooral in Oman - gas. Hier worden de ’kranen dichtgedraaid’, indien de ontwikkelingen dat noodzakelijk maken. Ook hier voorzien de draaiboeken in. Verder wordt „elke scheepsbeweging” in de gaten gehouden van de olietankers die Shell in de regio heeft varen.
Een woordvoerder van het concern wilde dinsdag niet precies aangeven in hoeverre er al maatregelen zijn genomen. Als voorbeeld wilde hij slechts kwijt dat gezinsleden van werknemers van Shell in Syrië al bezig zijn het land te verlaten.