Bos: Passie met populistische trekjes
Eén voornemen was voor PvdA-leider Bos de afgelopen tijd niet onderhandelbaar: de PvdA moest en zou afkomen van het etiket dat ze altijd zou „draaien" op eerder ingenomen standpunten.
Zijn collega's van CDA en ChristenUnie konden hun borst nat maken. Vrijdagnacht maakte de discussie over een mogelijk langer verblijf in de Afghaanse provincie Uruzgan duidelijk waartoe dit kan leiden. Bos (46) is sinds november 2002 de onbetwiste leider van de PvdA. De partijleden kozen hem met een ruime meerderheid in de eerste ledenraadpleging die de PvdA ooit hield voor het politieke leiderschap.Bos had zich snel opgewerkt binnen de PvdA nadat hij in 1998 Kamerlid was geworden. Hij had na cum laude afgeronde studies economie en politicologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam (waar ook premier Balkenende en vicepremier Rouvoet studeerden) carrière gemaakt bij Shell, met posten in Roemenië, Hongkong en Londen.
Bos zat nog geen twee jaar in de Kamer toen hij in 2000 al gevraagd werd staatssecretaris van Financiën te worden onder VVD-minister Zalm. Als Melkert na de verkiezingen in mei 2002 kort na de moord op Pim Fortuyn aftreedt, besluit de PvdA tot een ledenraadpleging voor een nieuwe leider. Bos kandideert zich en wint de strijd van onder meer Van Nieuwenhoven.
Als fractievoorzitter en partijleider toont Bos zich een behendig debater en een mediageniek en gepassioneerd politicus met populistische trekjes. Bij de Kamerverkiezingen van januari 2003 schuift Bos de Amsterdamse burgemeester Cohen naar voren als premierskandidaat. Hij weet de nog geen jaar eerder verloren stemmen bijna allemaal terug te winnen en komt uit op 42 zetels, net minder dan het CDA.
Wat volgt is een kabinetsformatie met het CDA, maar die loopt na enkele maanden op een mislukking uit, mede door een gebrek aan 'chemie' tussen de hoofdrolspelers. Ook de Amerikaanse inval in Irak werkt negatief uit. Het CDA steunt de oorlog, de PvdA is ertegen. Bos voelt zich genomen door het CDA. Bos werkt in de oppositiebankjes gestaag verder aan zijn populariteit bij de kiezer. Critici verwijten hem een gebrek aan ideeën, wat Bos beantwoordt met zijn boekje 'Dit land kan zoveel beter'.
Rond de gemeenteraadsverkiezingen in het voorjaar van 2006 staat Bos in de peilingen op ongeveer zestig Kamerzetels. Maar hij piekt te vroeg, want in een keiharde campagne voor de Kamerverkiezingen van november 2006, slaagt het CDA erin Bos neer te zetten als draaikont. De beschuldiging van Balkenende dat Bos draait en liegt, komt hard aan en zal tot de dag van vandaag doorwerken.
Op de kiezer heeft het ook effect: Balkenende wint en Bos komt niet verder dan 33 zetels. CDA en PvdA vinden elkaar uiteindelijk in een coalitie met de ChristenUnie. De drie oud-studenten van de Vrije Universiteit vormen de top van het kabinet. Bos keert terug op het ministerie van Financiën, nu als minister.
De eerste anderhalf jaar daar zijn rustig, maar dan zorgt de internationale kredietcrisis ervoor dat Bos voortdurend in de picture staat en als redder van Nederlandse banken tot politicus van het jaar wordt gekozen. Maar daarna stapelt de ene crisis zich op de andere: over de maatregelen ter bestrijding van de recessie, over de aanschaf van de JSF, over de missie in Uruzgan en over het Irakrapport van de commissie-Davids.
Op meerdere van die dossiers voert Bos strijd met premier Balkenende, maar ook met minister van Buitenlandse Zaken Verhagen. De ruzies die hij openlijk uitvocht met Verhagen hebben een grote rol gespeeld bij de val van het kabinet.