De val van het kabinet-Balkenende IV was niet nodig, meent Slob. „We zitten in een zeer ernstige economische situatie. Het kabinet moet dan optreden, niet aftreden, zoals de PvdA-ministers hebben gedaan.”
De aanleiding voor de val –een meningsverschil in het kabinet over het NAVO-verzoek om actief te blijven in Uruzgan– is volgens Slob „ook niet sterk.” De Kamer had het kabinet tot 1 maart de tijd gegeven om een besluit te nemen over de toekomstige Nederlandse betrokkenheid bij Afghanistan, dus er was nog tijd om naar een oplossing te zoeken.

De bewindslieden van CDA- en ChristenUnie-huize hebben tijdens de ministerraad van vrijdag ook steeds de bereidheid getoond om andere opties dan een missie naar Uruzgan te onderzoeken, aldus Slob. Hij vindt het erg jammer dat de PvdA het beeld neerzet alsof het kabinet hardnekkig vasthield aan de optie om toch actief te blijven in Uruzgan.

De ChristenUniefractievoorzitter verwijt vicepremier Bos (PvdA) dat hij onzorgvuldig en onverantwoordelijk heeft gehandeld door afgelopen week de eenheid van kabinetsbeleid te doorbreken. Bos zei woensdag openlijk op een verkiezingsbijeenkomst van zijn partij dat de PvdA-ministers vrijdag zouden eisen dat Nederland het NAVO-verzoek zou afwijzen. Zulke zaken horen ze volgens de politieke mores alleen in de beslotenheid van de ministerraad ter sprake te brengen.

Slob herinnert er aan de juist de PvdA op zorgvuldigheid aandrong toen het kabinet sprak over het rapport van de commissie-Davids over de politieke steunverlening aan de inval in Irak in 2003.

De ChristenUniefractieleider betreurt het zeer dat de gemeenteraadsverkiezingen van 3 maart nu zo worden overschaduwd door de gebeurtenissen in de landelijke politiek.

Welke consequenties de val van het kabinet voor de ChristenUnie heeft, „zal moeten blijken”, aldus Slob. „Wij hebben steeds onze verantwoordelijkheid genomen en geen gekke dingen gedaan. Wij kunnen met opgeheven hoofd de toekomst in en de kiezer tegemoet. Dat is alles wat ik er op dit moment over kan zeggen.”