„Die bacterie kijkt nergens naar”
„We hebben een gezond, sterk koppel schapen”, zegt Mart Jan de Jong, die een biologische schapenhouderij runt in Stolwijk. Toch kwam de Q-koorts zijn bedrijf binnen. „Die bacterie kijkt nergens naar.” Donderdag werden 128 drachtige dieren geruimd.
Op het bedrijf van Mart Jan (29) en Willy (24) de Jong lopen Friese melkschapen. Grote, witte schapen, die van alle schapen de meeste melk geven. Het ras behoort tot de zeldzame huisdierrassen.’s Zomers gaan zijn dieren naar buiten, ze hebben relatief veel ruimte in de stal, krijgen niet zomaar krachtvoer. Mart Jan, die tien jaar geleden begon met de boerderij, melkt en voert de dieren; Willy zorgt dat de lammetjes biest krijgen en houdt de drinkautomaten in de gaten.
Dinsdag om 14.00 uur hoorden zij dat hun bedrijf positief was getest op Q-koorts. Twee dagen later waren de drachtige dieren geruimd.
De Stolwijkse boerderij is het tweede schapenbedrijf waar de Q-koorts-bacterie is geconstateerd. De andere getroffen bedrijven –in totaal nu 73– zijn geitenhouderijen.
Mart Jan en Willy de Jong zaten al langer in spanning. „Je weet hoe rigoureus de gevolgen zijn bij een besmetting.”
Het bericht kwam dinsdag hard aan. „We zitten in een regio waar nog geen Q-koorts was geconstateerd. Er waren geen klinische verschijnselen: we hebben niet één abortus gehad in de stal. Het is ons een groot raadsel waar die bacterie vandaan komt.”
De afgelopen tijd lammerden –van de in totaal 506 schapen– reeds 200 dieren. Die zijn niet geruimd.
Op 12 januari was de tankmelktest nog negatief, vertelt De Jong. Op 28 januari werd er opnieuw een monster genomen, en dat was positief. „Tussen die twee testen hebben er schapen gelammerd die waarschijnlijk besmet waren. Die ontspringen de dans. Van de drachtige dieren die nu zijn geruimd, is niet zeker dat er één positief van was – deze maatregel is puur uit voorzorg, ze kúnnen besmet zijn.”
De dieren die overblijven, mogen nooit meer lammeren. „Na driekwart jaar kunnen we ze niet meer melken. Het zijn geen vleesschapen, dus als je ze dan laat slachten, krijg je misschien 20 euro per schaap. Daarvoor koop je geen fokooi.”
Geitenhouders krijgen tussen de 250 en de 600 euro voor een geruimd dier. De vergoeding voor schapenhouders moet nog worden vastgesteld. De Jong hoopt op een extra bedrag voor de vervolgschade. „Ze zeggen nu: Dit is bedrijfsrisico, maar dat lijkt me wat anders dan dat je wordt geruïneerd na regels van de overheid.”
Hij heeft geen idee hoe het verder moet. „Ik weet het echt niet. Zoals het nu is, kan ons bedrijf niet overleven. Ik hoop dat er de mogelijkheid komt om dieren individueel te testen, zodat we met de gezonde schapen verder kunnen fokken.”