De raad zou aanvankelijk volgende week vrijdag uitspraak doen in de rechtzaak over het vrouwenstandpunt van de SGP. De reden van vertraging „is heel simpel”, aldus griffier mr. E. Hartogs van de Hoge Raad: „De uitspraak is nog niet klaar.”De zaak bij de Hoge Raad is een vervolg op de uitspraak van het gerechtshof in Den Haag in 2007. Die oordeelde dat de SGP een „verboden onderscheid” maakt door vrouwen niet toe te laten in publieke functies. De partij zou daarmee handelen in strijd met het VN-vrouwenverdrag.

De procureur-generaal bij de Hoge Raad stelde in november 2009, net als het gerechtshof, dat de rijksoverheid effectieve maatregelen moet nemen om de SGP te dwingen vrouwen op kandidatenlijsten te plaatsen. De Hoge Raad volgt zijn adviezen doorgaans op, maar niet in alle gevallen.

Begin deze maand werd bekend dat de SGP zich intern voorbereidt op de uitspraak van de Hoge Raad. Een delegatie van het SGP-hoofdbestuur heeft met advocaat S. Voogt, de cassatieadvocaat, oud-Kamerlid Van den Berg en Kamerlid Van der Staaij en anderen om de tafel gezeten ter voorbereiding op de uitspraak.

Een aantal mogelijke uitspraken is op papier gezet en vervolgens is vastgesteld welke reacties en vervolgstappen daarop zouden kunnen volgen. Partijvoorzitter Kolijn wilde daar destijds verder niet over uitwijden.

De partijtop houdt er serieus rekening mee dat de Hoge Raad stelt dat de overheid effectieve maatregelen moet nemen om de SGP te dwingen vrouwen op de kandidatenlijsten te plaatsen.

Hoewel het gerechtshof in 2007 bepaalde dat de SGP discrimineert, kwam de Raad van State in datzelfde jaar tot een heel andere conclusie. Die achtte het SGP-vrouwenstandpunt niet onrechtmatig.