Nog eens 2000 banen weg bij Defensie
Het ministerie van Defensie moet de komende jaren 2000 banen meer schrappen dan was aangekondigd. Eind vorig jaar werd al bekend dat er 4800 arbeidsplaatsen zouden verdwijnen, nu staat de teller al op krap 7000.
Het ministerie zal zeer ingrijpende maatregelen moeten nemen, aldus een woordvoerder. Defensie denkt aan een vacaturestop en sluit ook gedwongen ontslagen niet uit. De oorzaak is „oud zeer en nieuw zeer”, aldus de woordvoerder.
Het oude zeer blijkt te bestaan uit tegenvallers op de jaarrekening. Het nieuwe zeer zit in het regeerakkoord van het demissionaire kabinet. Dat had voor 816 miljoen euro aan bezuinigingen afgesproken voor de komende vier jaar. De PvdA heeft bij onderhandelingen met het CDA over de vorming van een nieuw kabinet aangegeven dat het nog eens 500 miljoen euro op Defensie wil bezuinigen. Het CDA is daar tegen.
De vakbond voor defensiepersoneel VBM/NOV noemt in een reactie het verdwijnen van nog eens 2000 banen onaanvaardbaar. De bond, met ruim 29.000 de grootste bij Defensie, zegt „volstrekt verrast” te zijn door het nieuws.
Voorzitter Heerts van de militaire bond AFMP/FNV is minder verrast over de aankondiging van de extra personeelsbezuiniging. Het oude zeer is volgens hem vooral te wijten aan het ondoelmatige beleid van de militaire top. Er is geld uit materieelprojecten aangewend om meer personeel te kunnen financieren, aldus Heerts.
Het is volgens de AFMP-voorzitter een „illusie om te denken dat Defensie er in deze tijden nog geld bij krijgt.” Dat legt een zware verantwoordelijkheid op de nieuwe coalitiepartners, CDA en PvdA, meent Heerts. Als de politiek naar een kleinere en fijnere krijgsmacht toe wil, is nu de tijd om knopen door te hakken en krijgsmachtonderdelen af te stoten. Het kan niet zo zijn dat het personeel opnieuw jaar in jaar uit met reorganisaties en bezuinigingen wordt opgescheept.
Daarnaast zijn de coalitiepartners verplicht ruimte te scheppen voor een goed sociaal beleid, stelt Heerts. „Het kan niet zo zijn dat het financieel wanbeheer van generaals en admiraals en de politieke onzorgvuldigheid van parlement en regering worden afgewenteld op de schouders van de defensiemedewerker.”