Opinie

Christelijke overheid strijdig met democratie

Het streven naar een christelijke overheid botst met de democratische rechtsstaat en de Grondwet, betoogt dr. Henk Post.

16 February 2010 08:50Gewijzigd op 14 November 2020 09:52

Passen een democratie en een christelijke overheid bij elkaar? George Harinck (RD van 11 februari) vindt van niet. Roel Kuiper en Gert-Jan Segers (RD van 4 en 13 februari) vinden als vertegenwoordigers van de ChristenUnie van wel.Het streven naar een christelijke overheid was en is niet vreemd aan christelijke partijen. Deze doelstelling staat echter los van de staatsrechtelijke realiteit. Zij verdraagt zich niet met de neutraliteit die een kenmerk is van de Nederlandse rechtsstaat.

De basis daarvoor is al gelegd met de Unie van Utrecht in 1579. Sedertdien zijn de vrijheidsrechten tot ontwikkeling gekomen. Vanaf het begin van de 19e eeuw worden specifieke garanties in de Grondwet neergelegd –de grondrechten– ter bescherming van historisch bedreigde vrijheidsterreinen. Geleidelijk breekt de opvatting door dat aan het individu niet alleen in zijn persoonlijk-godsdienstig leven, maar in brede zin recht op vrijheid toekomt. Het is de taak van de wetgever aan alle burgers gelijke vrijheidssferen toe te delen. Zo moet de staat vrede en veiligheid voor iedereen waarborgen.

Sinds enkele decennia hebben secularisatie, individualisering, migratie en multiculturalisering geleid tot een radicale veelvormigheid van de Nederlandse samenleving. Dit laat echter onverlet dat de staat iedere burger met gelijke zorg en respect dient te behandelen. Hij dient burgers te beschouwen als autonome personen die zelf keuzes maken over hun levensovertuiging en levensstijl. Burgers hebben een gelijk recht op participatie in het politieke wetgevingsproces.

Kuyper

De oprichter van de Anti-Revolutionaire Partij, Abraham Kuyper (1837-1920), erkent met het antirevolutionaire beginselprogram van 1879 principieel het godsdienstig pluralisme binnen de neutrale staat. Artikel 4 zegt dat de overheid zich dient te onthouden van elke rechtstreekse bemoeiing met de geestelijke ontwikkeling van de natie en dat zij alle kerkgenootschappen en godsdienstige verenigingen en alle burgers onverschillig hun religieuze opvattingen op voet van gelijkheid moet behandelen.

Kuyper bepleit ”soevereiniteit in eigen kring”. Daarmee wil hij uitdrukken dat het hoogste gezag in elke kring, in elk levensverband, niets dan God boven zich heeft. Met andere woorden, burgers en hun organisaties zijn verantwoording verschuldigd aan God en niet aan de overheid. De overheid draagt geen verantwoordelijkheid voor de levensovertuiging van haar burgers.

Wat kunnen we concluderen? Een politieke partij die streeft naar een christelijke overheid, heeft een doel dat op gespannen voet staat met de rechtsstaat waarbinnen zij opereert. Het bestaansrecht van de staat is in essentie dat zij de vrijheidsrechten van alle burgers waarborgt. Een staat die dat niet doet, verliest haar legitimiteit. De overheid als gezagsorgaan dient zorg te dragen voor het functioneren van de staat in overeenstemming met de Grondwet.

Als zij dit integer doet, kan zij geen naleving van de Tien Geboden of andere Bijbelse ordeningen opleggen. Zij heeft daartoe immers niet de bevoegdheid. Omdat zij die niet heeft, kan zij ook nooit christelijk zijn.

Niet consequent

Een andere zaak is dat christelijke politici vanuit hun levensovertuiging standpunten mogen innemen. Juist de rechtsstaat wettigt dit, ook al wordt nogal eens het tegendeel beweerd. De besluiten die een overheid neemt, zijn het resultaat van het democratische proces, waarin iedereen een eigen levensbeschouwelijk gemotiveerd standpunt mag inbrengen.

Niet alleen Kuiper en Segers van de ChristenUnie maar ook hun politieke vader, Abraham Kuyper, zijn op dit punt niet consequent. Kuyper dacht aan een combinatie van een neutrale staat en een christelijke overheid. Maar ook hij kwam niet verder dan een formulering op papier. Want ook hij was niet alleen gebonden aan de politieke realiteit, maar ook aan de Grondwet, die de overheid geen bevoegdheden geeft om de samenleving in overeenstemming met de Tien Geboden te normeren.

Het zou de ChristenUnie dan ook sieren als zij haar kernprogramma hiermee in overeenstemming brengt. Dat past in ieder geval in de Nederlandse traditie vanaf 1579.

De auteur voert een onderzoek uit naar grondrechtconflicten. Hij promoveerde vorig jaar op een onderzoek naar protestantse partijen en het vrouwenkiesrecht.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer