Prof. Berkhof: Staat Israël is noodzaak
„Daarom menen wij de gevolgtrekking te moeten maken dat de christen die thans het recht van bestaan van de staat Israël afwijst en zich daartegen verzet, zich daarmee indirect tegen God zelf verzet.” Deze concepttekst van prof. H. Berkhof haalde de hervormde synode niet, maar laat wel zien dat het hem grote ernst was, zegt Israëlkenner dr. H. Vreekamp.
De kerk is geworteld in Israël. Toch kwam juist binnen het christendom het antisemitisme sterk op. Hoe was de verhouding tussen Joden en christenen door de eeuwen heen? Vijf kenners laten hun licht schijnen over achtereenvolgens Thomas van Aquino, Johannes Calvijn, Wilhelmus à Brakel, Isaac da Costa en Hendrik Berkhof.Berkhof was voorzitter van een commissie die het rapport ”Israël, volk, land en staat” schreef, een handreiking die de Nederlandse Hervormde Kerk in 1970 deed uitgaan. Israël als volk en land lag de theoloog na aan het hart. Het greep hem aan dat de Wereldraad van Kerken, bijeengekomen in 1954 in Evanston, het thema Israël geheel oversloeg. Dr. Vreekamp: „Hij trok ook veel op met theologe dr. Ellen Flesseman-van Leer. Ik weet dat ze grote invloed heeft gehad op het theologisch denken van Berkhof.”
Directe aanleiding voor het rapport was de Zesdaagse Oorlog in 1967, waarbij Israël zijn tanden liet zien. Wat moest de kerk daarover zeggen? Ook werd in het Zweedse Uppsala in 1968 een vergadering van de Wereldraad afgesloten met verdeelde reacties over Israël. De Nederlandse Hervormde Kerk vroeg de commissie-Berkhof helderheid te verschaffen en een antwoord te schrijven op de vraag „of ook de staat Israël voor christenen een bijzondere geloofsdimensie heeft.”
De hervormde predikant uit Epe ziet als rode draad in Berkhofs geschriften de „theologie van de terugkeer.” Kerken hebben zich te bezinnen op de vorming van de staat Israël in 1948. „Berkhof verzette met onder anderen Van Ruler en Miskotte baanbrekend werk in het denken over zoiets aards en concreets als de landbelofte. Na jaren van vervangingstheologie, waarin tekstvergeestelijking ons in de genen zat, moest de theologie daaraan wennen.”
In een vroegere hervormde studie uit 1959 werd de staat Israël gezien als een „teken van de trouw van God.” Dr. Vreekamp: „De kracht van de handreiking van 1970 is voor mij de uitwerking van de drie Bijbelse woorden verbond, volk en land. Als kerken ervan uitgaan dat die drie van Godswege bij elkaar horen, is de staat Israël een „relatieve noodzaak”, zegt het rapport.” Berkhof had hierin ook tegenstanders. Door theologen als K. H. Kroon en G. H. ter Schegget werd hij als exponent van een natuurlijke theologie bestempeld: „We zien voor onze ogen de staat Israël en moeten daar een theologie bij bedenken.”
Het rapport is „allereerst een intern-christelijke bezinning”, stelt dr. Vreekamp. „Berkhofs theologie van de wederkeer had een sterk christologische inslag. Hij ‘las’ Jezus vooral in de momenten van kruis en opstanding. Zo werd Auschwitz soms gezien als een afspiegeling van Goede Vrijdag en de terugkeer van Joden naar Israël in het licht van Pasen.”
Dr. Vreekamp ziet een „ongelijk verwachtingspatroon” in het spreken over Jezus bij Joden en christenen. „Het juiste, Bijbelse onderscheid is niet dat tussen Joden en christenen, maar tussen Israël en de andere volken. De kerk moet zich leren verstaan als afgeleide van de verhouding tussen Israël en de volken. De laatsten worden geroepen tot iets nieuws.”
Later kreeg het rapport kritiek te verduren: er zou veel óver Israël en niet mét Israël worden gesproken. Zo moet Israël „exemplarische gerechtigheid” betrachten. Joden vonden dat een onmogelijke eis vanuit de hoogte gesproken.
De dialoog met Joden, die na het rapport startte, kreeg meer en meer het karakter van een gelijkwaardig gesprek. In 1995 aanvaardde de hervormde synode „een voortgaande theologische bezinning” op de handreiking. Daarin werd uitgegaan van Gods trouw aan Zijn volk en werd de stem van christenen in het Midden-Oosten mede gehoord.
In de dialoog is de uitleg van het Oude Testament „principieel de eerste vraag”, zegt dr. Vreekamp. Joden en christenen zijn tweeduizend jaar een eigen weg gegaan in de uitleg van het Oude Testament. „Na de Reformatie werd het meer gebruikelijk dat theologen in de leer gingen bij rabbijnen. Kohlbrugge heeft in Amsterdam met diverse rabbijnen gedisputeerd. Ik zou bijna zeggen: kom daar nu nog eens om.”
Uitspraken Handreiking
„Ballingschap werd door hen (de Joden, AL) verstaan als teken van Godsgericht en terugkeer als hernieuwde genadige toewending van God tot zijn volk. (…) Het land behoort dus volgens het Oude Testament wezenlijk bij de verkiezing waarin God zich met dit bepaalde volk verbonden heeft.”
„Jezus Christus betekent voor de volkeren iets fundamenteel anders dan voor Israël. Het joodse volk wordt door hem teruggeroepen tot die God die zich aan dit volk vanaf het begin verbonden had. Daarentegen betekent Jezus Christus voor de volkeren (…) iets totaal nieuws in hun geschiedenis.”
„Het verschil tussen ons is dat wij uitgaan van de weg van Jezus Christus, die door Israël nog niet (…) is erkend. Maar ook wij leven nog niet werkelijk en ten volle uit het heil dat wij gekregen hebben. Als wij dat wel zouden doen, zou het joodse volk, zoals Paulus gezegd heeft, tot naijver worden opgewekt. Dat dit niet gebeurt wijst erop hoe gebrekkig de kerk haar roeping vervult; de kritiek, die wij op het joodse volk hebben, valt op onszelf als kerk terug.”