Belastingplichtigen die een dergelijke aftrekpost in hun aangifte opvoeren, moeten rekening houden met vragen van de Belastingdienst. De controle zal met name gericht zijn op de vraag of er recht bestaat op de aftrek en of de aftrek op de juiste manier is berekend.Onder voorwaarden kunnen in de aangifte inkomstenbelasting kosten in aftrek worden gebracht voor het levensonderhoud van kinderen jonger dan 30 jaar. Deze aftrek is onderdeel van de persoonsgebonden aftrek en komt in beginsel in aftrek op het inkomen in box 1 van de inkomstenbelasting (inkomen uit werk en woning).

Dit zijn de voorwaarden waaraan voldaan moet worden:

• U hebt één kind of meerdere kinderen van onder de 30 jaar.

• Uw kind of kinderen zijn niet in staat om zelf in hun levensonderhoud te voorzien. Bij levensonderhoud gaat het om bijdragen voor levensbehoeften, zoals kleding en voeding.

• Uw kind of kinderen hebben geen recht op studiefinanciering, een tegemoetkoming in de studiekosten of een (vergelijkbare) buitenlandse regeling, en u heeft voor deze kinderen geen recht op kinderbijslag.

• De uitgaven zijn (per kind) in dat kwartaal minimaal 400 euro.

Gemoedsbezwaarden die hun recht op kinderbijslag hebben opgegeven, kunnen de aftrek wel claimen, als zij van de Sociale Verzekeringsbank ontheffing hebben gekregen voor één of meer volksverzekeringen. Gelet op al deze voorwaarden zal vermoedelijk maar een klein deel van de Nederlanders gebruikmaken van de aftrek van kosten voor levensonderhoud voor kinderen.

De aftrek wordt per kalenderkwartaal bepaald. Bij het begin van het kwartaal moet voldaan zijn aan de genoemde voorwaarden. Als de situatie tijdens het kwartaal verandert, wordt daarmee pas in het eerstvolgende kwartaal rekening gehouden bij het berekenen van de aftrek van kosten.

De volgende uitgaven komen niet in aanmerking als uitgaven voor levensonderhoud van kinderen:

• Voor ziekte, invaliditeit en bevalling. Deze uitgaven kunnen onder de buitengewone uitgaven vallen.

• Voor luxezaken zoals een auto, huis, huwelijksuitzet of bijdrage op de spaarrekening.

• Voor weekendbezoek van ernstig gehandicapte kinderen van 27 jaar of ouder die meestal in een AWBZ-instelling verblijven. Deze uitgaven kunnen onder uitgaven voor weekendbezoek van ernstig gehandicapten vallen.

Wanneer het kind voldoende eigen inkomen of vermogen heeft om in zijn of haar eigen levensonderhoud te voorzien, dan kunnen geen kosten voor levensonderhoud in aftrek worden gebracht.

Stel, uw zoon heeft een inkomen van 1000 euro. Om in zijn levensonderhoud te kunnen voorzien, heeft hij 1500 euro nodig. U verstrekt uw zoon 700 euro, waarvan 500 euro noodzakelijk is om in het levensonderhoud te kunnen voorzien. U heeft in deze situatie recht op aftrek. De aftrekbare bedragen komen hierna aan de orde.

De kosten die in aftrek mogen worden gebracht zijn –onafhankelijk van het bedrag waarvoor u heeft bijgedragen in het levensonderhoud mits minimaal 400 euro– gefixeerd op vaste bedragen. Zie de tabel voor de bedragen die per kwartaal aftrekbaar zijn (voor 2009).

Als iemand in heel 2009 een fiscale partner heeft gehad, kunnen bedragen worden opgeteld. U moet de aftrekbare bedragen voor het levensonderhoud van de kinderen jonger dan 30 jaar van u en uw fiscale partner dan namelijk bij elkaar optellen.

U kunt overigens samen per kind in het totaal maar één keer het vaste bedrag in aftrek brengen. Het aftrekbare bedrag kunt u verdelen tussen u en uw fiscale partner zoals u dat wilt, als het totaal maar 100 procent is.

Indien u geen fiscale partner heeft, dan berekent u de aftrekbare bedragen alleen voor uw eigen situatie. U kijkt dan dus naar de bedragen die u heeft bijgedragen in het levensonderhoud van uw kind/kinderen.

De auteur is werkzaam bij PricewaterhouseCoopers Belastingadviseurs NV. Reageren aan scribent? fiscaliteiten@refdag.nl.