Na afloop van de fractievergadering zei Zalm tegen de pers dat sommige VVD-kamerleden „boos” waren en anderen het zelfs „absurd” vonden dat hij dinsdagavond laat op de televisie plotseling speculeerde over een vertrek.

„Na een zwakke verkiezingsuitslag moet je de fractie de mogelijkheid geven het met een ander te proberen”, verklaarde Zalm zijn uitspraken. „Ik had er meer van gehoopt. Er was alle aanleiding de VVD te steunen en CDA en PvdA een flinke tik te geven gezien de prestaties van die partijen.”

Zalm vond dat de fractie zich over hem moest uitspreken omdat nu definitief duidelijk is geworden dat de VVD de oppositie ingaat. „Het is goed om dat moment te markeren en de fractie te laten uitspreken dat ze met mij verder wil in de oppositie.” De VVD-leider gaf aan er nog steeds zin in te hebben en de Kamer niet voortijdig te zullen verlaten. „Ik twijfel niet.”

Zalm karakteriseerde zijn opmerkelijke ontboezeming als „tegen de normale correctheid in”, maar zei erbij dat hij er geen spijt van heeft. Een deel van de VVD-fractie is van mening dat hij dat nooit op de televisie had moeten doen. Ondanks de interne kritiek stelde Zalm dat er „niet aan mijn stoelpoten wordt gezaagd.”

Zalm memoreerde dat het niet nieuw is dat een landelijke VVD-leider na teleurstellende statenverkiezingen zijn positie ter discussie stelt. Oud-VVD-leider Bolkestein zou dat in het verleden ook een keer hebben gedaan, maar niet in de openbaarheid.

Zalm vindt dat de statenverkiezingen niet los kunnen worden gezien van de landelijke politiek. „Je ziet dat kiezers langs dezelfde lijn stemmen als bij Tweede-Kamerverkiezingen.”

De geruchten dat privé-omstandigheden een rol hebben gespeeld bij het ter discussie stellen van zijn positie, wees Zalm van de hand.