Het aantal doden loopt waarschijnlijk in de komende tijd nog verder op. In de nieuwste schatting ontbreekt een groot aantal overledenen die door familieleden zijn begraven, zonder dat de autoriteiten op de hoogte zijn gesteld.Het dodental ligt nu ongeveer even hoog als na de verwoestende tsunami in Zuidoost–Azië in december 2004. Die ramp trof echter meerdere landen, in tegenstelling tot de zware aardbeving van begin januari, die een kracht had van 7,0 op de schaal van Richter.

Een maand na de ramp is de situatie in Haïti, en dan met name in de hoofdstad Port–au–Prince, nog altijd nijpend. Veel mensen zijn nog dakloos en hebben een gebrek aan voedsel en schoon drinkwater.

Daarnaast is het op veel plekken gevaarlijk. Dat bleek dinsdag, toen een supermarkt instortte in Port–au–Prince. Er waren mogelijk vijf tot acht mensen aanwezig in het vijf verdiepingen tellende pand, dat zwaar beschadigd was geraakt tijdens de aardbeving. Volgens de lokale autoriteiten waren de mensen bezig met het plunderen van de winkel toen het gebouw instortte.

Tientallen reddingswerkers snelden naar de ruïne van wat ooit de populairste supermarkt was van welgestelde inwoners van de hoofdstad van Haïti. De zoektocht naar overlevenden werd dinsdagavond laat gestaakt. Tekenen van leven werden niet gevonden.

Het instorten van het gebouw gebeurde waarschijnlijk als gevolg van graafwerkzaamheden in de omgeving. Een aannemer was bezig met het bergen van puin en stoffelijke overschotten. Een grote kraan verdween deels in een diep gat. De bouwvakkers en andere hulpverleners overleefden het incident.