Politiek

„Gelijkheid wordt in EU superrecht”

„Er is niets tegen gelijkheid, maar dat beginsel wordt in de EU een superrecht, waardoor het andere rechten, waaronder die van christenen, ondermijnt.” Dat zei woensdag de Ier David Quinn op een seminar in Brussel over religie in Europa.

Drs. A. A. C. de Rooij
4 February 2010 10:09Gewijzigd op 14 November 2020 09:47
Vlag van de Europese Unie. Foto ANP.
Vlag van de Europese Unie. Foto ANP.

„Vrijheden als die van godsdienst en onderwijs komen op de tweede plaats. Christenen voelen zich gemarginaliseerd in hun eigen land. Zij willen dat hun rechten worden gerespecteerd.”Quinn is onder meer directeur van het Iona Institute, een Ierse denktank die een sterke rol van religie in de samenleving promoot. De bijeenkomst waarop hij sprak, was belegd door het platform dat vorig jaar binnen het Europees Parlement is gevormd voor een bezinning op een breed scala van ethische onderwerpen. Het opereert onder de naam Werkgroep over Menselijke Waardigheid en fungeert als een verband waarbinnen gelijkgezinden op dit terrein elkaar regelmatig ontmoeten.

Binnen de EU ligt sinds juli 2008 een voorstel op tafel voor uitbreiding van de antidiscriminatiewetgeving. De beoogde bepalingen zijn vooral gericht op transacties in goederen en diensten, zoals het kopen van een woning en het afsluiten van een lening. Tot dusver lukt het niet een akkoord te bereiken tussen de lidstaten. Met name Duitsland houdt de boot af. De regeringscoalitie daar vindt dat Europa zich niet te veel in dit soort zaken mag mengen.

Quinn ziet in de antidiscriminatieregels een „aanval op de vrijheid van godsdienst en onderwijs.” De EU gebruikt ze volgens hem om „het huis van het familierecht” binnen te dringen. Gelijkheid is in zijn optiek verheven tot een absoluut recht en mensen met een geloofsovertuiging ondervinden daarvan de negatieve gevolgen.

Als voorbeeld noemde hij organisaties die geen werknemers mogen weren die niet hun visie op homoseksualiteit onderschrijven. Verder verwees hij naar een adoptieprogramma dat zijn activiteiten moest staken omdat het geen medewerking verleende aan adoptie van een kind door partners van hetzelfde geslacht.

Hieraan voegde hij toe: „Het huwelijk tussen man en vrouw is uniek. Alleen díé relatie geeft een kind een vader en een moeder. Daarom dient die verbintenis een bevoordelende behandeling te krijgen. Dat heeft niets van doen met discriminatie.”

Bezorgdheid over bemoeienis vanuit de EU op ethisch vlak was een belangrijke reden voor de Ieren om in eerste instantie, in de zomer van 2008, tegen het Verdrag van Lissabon te stemmen, hield Quinn zijn gehoor voor. Daarbij herinnerde hij ook aan de financiering vanuit Brussel van embryo-onderzoek. „Het nee was een protest tegen dit soort beleidsacties.”

De regering in Dublin stelde vervolgens aanvullende voorwaarden. Ierland kreeg uiteindelijk de garantie dat het de volledige zeggenschap behoudt over wetgeving rond familierecht, abortus, euthanasie en onderwijs. De toezeggingen worden op een later tijdstip als protocol aan het nieuwe verdrag toegevoegd. „Of ze afdoende zijn, zal in de toekomst blijken”, aldus Quinn. „Sommigen zijn sceptisch.”

Hij benadrukte dat de Unie formeel niets te vertellen heeft over de genoemde dossiers, maar dat zij bijvoorbeeld via vonnissen van het Europees Hof van Justitie in Luxemburg toch invloed uitoefent. Bij een tweede referendum, afgelopen oktober, gaf een meerderheid van de Ierse burgers wel groen licht voor invoering van ‘Lissabon’.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer