„Roofvis moet rivierkreeft bestrijden”
GOUDA – De ene rover moet de andere rover bestrijden. Dat is een van de uitkomsten van een woensdagmiddag overhandigd rapport over het groeiend aantal rode Amerikaanse rivierkreeften in de Goudse wateren. „Als er niets gebeurt, zijn straks ook de sloten in de Krimpenerwaard en het Reeuwijkse plassengebied leeggevreten.”
„Een sloot verandert in een bak vol water en modder als de rivierkreeften er een poosje in bivakkeren.” Voorzitter Chiel Amkreutz van de Goudse Hengelaarsvereniging Viswaterpachting luidt de noodklok over het groeiend aantal exotische kreeften in de Goudse wateren. De beesten vreten alle waterplanten weg, zodat vissen hun broedsel niet meer kwijt kunnen en verdwijnen.
Samen met Sportvisserij Nederland onderzocht de vereniging hoeveel rivierkreeften Gouda telt en wat daaraan kan worden gedaan. Vanmiddag overhandigde Amkreutz het rapport aan de Goudse wethouder Kastelein en hoogheemraad Schouffoer van het hoogheemraadschap van Rijnland.
Tijdens het onderzoek zijn in Gouda meer dan 5000 rode Amerikaanse rivierkreeften gevangen. Naar schatting is er 300 tot 800 kilo kreeft per hectare bodem aanwezig in de Goudse stadswateren. Dit staat gelijk aan één tot drie kreeften per vierkante meter.
De kreeft vormt een gevaar voor waterplanten, ongewervelden, amfibieën en vissen, zo constateren de visverenigingen. Daarnaast woelen de kreeften de bodem om zodat het slootwater troebel wordt. Verder graven de rivierkreeften ook tunnels en gaten in de oevers, die daardoor instabiel kunnen worden.
De exoot kan het beste worden bestreden door het wegvangen met fuiken en het uitzetten van roofvissen zoals de snoek. Deze methode bleek succesvol in een meer in Zwitserland. De beroepsvisser die kreeften wegvangt, kan de beesten verkopen in exclusieve restaurants en zo zijn inspanningen terugverdienen. Roofvissen moeten de jonge kreeftjes opeten en zo de kreeftstand beperken.
De hoop dat kreeften niet tegen een strenge winter kunnen, bleek ongegrond. De beroepsvissers die het onderzoek uitvoerden, vingen ook de afgelopen weken nog volop kreeften in hun fuiken.
Onderzoeker Bram Koese van het European Invertebrate Survey (EIS) vindt het rapport zeer interessant, maar denkt niet dat het uitzetten van roofvissen een oplossing is. „Dat heeft grote gevolgen voor de onderwaterfauna. Roofvissen eten ook allerlei roofinsecten zoals libellenlarven, waterwantsen en roofkevers. Deze insecten eten op hun beurt jonge kreeften. Het netto-effect van het uitzetten van roofvissen zou zelfs negatief kunnen uitpakken.”
Voorzitter Amkreutz van de Goudse Hengelaarsvereniging erkent de bewering van Koese. „We weten inderdaad niet welk effect roofvissen op de kreeftenstand hebben. Amkreutz pleit daarom voor nader onderzoek door het hoogheemraadschap. „Tot nu toe heeft het hoogheemraadschap het probleem ontkend. Maar het is verantwoordelijk voor de waterkwaliteit, visstand en oeverbegroeiing en die gaan hard achteruit door de kreeften.”
Een nader onderzoek is al gaande, zo zegt woordvoerder De Leijer van het hoogheemraadschap van Rijnland. „Het gaat om een landelijk onderzoek dat wordt gedaan in opdracht van het hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. Aan het einde van dit jaar verwachten we de resultaten. Daarna gaan we bekijken of we maatregelen moeten treffen en zo ja, welke.”