Veelzijdige CD
Bij zijn 25-jarig organistenjubileum bracht Edwin Vooijs een cd uit met een veelzijdig programma. Als opnamelocatie koos hij de neogotische St.-Willibrordkerk aan de Utrechtse Minrebroederstraat. Daar staat een fraai Maarschalkerweerdorgel uit 1885, uitgebreid door Verschueren en gerestaureerd door Elbertse. Frans getinte muziek klinkt hier uitstekend. Vooijs opent dan ook met Messiaens ”Apparition de l’Église éternelle”, een visionair stuk.
Ritmisch houdt Vooijs zich niet aan de voorgeschreven notenwaarden: in het steeds terugkerende beginmotief speelt hij de achtste noot even lang als de kwartnoot.Voor Buxtehude, Bach, Sorge en Rinck verwacht je een klassieker orgeltype, maar eerlijk gezegd klinkt Buxtehude hier niet eens zo gek. Een gouden greep is het ”Pièce Symphonique” uit het tweede deel van ”l’ Organiste” van Franck: dát is muziek die orgel én organist op het lijf geschreven lijkt. Mooi poëtisch klinkt de Berceuse van Vierne.
Op Facebook startte onlangs de groep ”If the Widor Toccata takes less than 6 minutes, you’re playing it too fast”. Met twee seconden resterend blijft Vooijs nét aan de goede kant van de streep, waarbij hoorbaar is dat het geen gemakkelijk stuk is. Hij heeft geen muziekvakopleiding genoten, hij lest sinds 1999 bij Cor Ardesch.
”Ik ben zwart doch liefelijk” van Dupré, ”Elegy” van Sumsion en ”Redemption” van Bossi zijn overzichtelijke stukken die Vooijs wel liggen. De Fanfare van Mathias wordt overtuigend neergezet: we missen alleen de Tuba. ”Creatio ex nihilis” is een interessante eigen compositie, waarin boeiende dingen gebeuren. Het zou de cd waarschijnlijk ten goede zijn gekomen als Vooijs meer van dit soort muziek en minder 18e-eeuwers had geprogrammeerd.
Dedication; Edwin Vooijs bespeelt het orgel van de St.-Willibrordkerk in Utrecht; WIPE productions (WPR990629); € 18,50; bestellen: edwinvooijs.com.