„Islam moet oorlog Irak toejuichen”
„Islamitische leiders moeten Europese en Amerikaanse kerken danken voor hun keuze voor militair geweld tegen Irak.” Dat heeft de Pakistaanse minister van Buitenlandse Zaken, Mehmood Kasuri, tegen hen gezegd. De oorlog heeft volgens hem niets te maken met een botsing van twee beschavingen, maar met het verzet tegen een dictator.
Kasuri zei dit tegen de secretaris-generaal van de Wereldraad van Kerken, dr. Konrad Raiser, tijdens een ontmoeting tussen Raiser en regeringsfunctionarissen van Pakistan.
De oecumenische kerkleider ontmoette de Pakistaanse president, generaal Pervaiz Musharraf, de premier, Mir Zafar Ullah Jamali, en minister Kasuri. De ontmoeting vond plaats in Islamabad tijdens een driedaags bezoek aan Pakistan en was voor Raiser het laatste onderdeel van een rondreis langs vier Aziatische landen.
Tijdens ontmoetingen met kerkelijke leiders en vertegenwoordigers van de Pakistaanse christelijke gemeenschap hoorde Raiser van hun vrees voor mogelijke repercussies als gevolg van een oorlog met Irak. De christelijke gemeenschap is bang dat militaire acties in Irak zullen leiden tot hernieuwde aanvallen op christelijke ziekenhuizen, scholen en andere levensbeschouwelijke instellingen. Christelijke leiders beklaagden zich tegenover Raiser over de toenemende intolerantie en discriminatie in hun land.
Dr. Raiser besprak deze zaken met regeringsfunctionarissen in Pakistan. Hij uitte ook zijn bezorgdheid over de wet tegen godslastering en over het feit dat degenen die verantwoordelijk geacht worden voor het vermoorden van christenen en voor de aanvallen op kerken en andere instellingen nog steeds niet voor het gerecht gebracht zijn.
De secretaris-generaal van de Wereldraad opperde de mogelijkheid van het oprichten van een onafhankelijke commissie die de klachten van de christelijke minderheden onderzoekt. President Musharraf zei dat de christenen in zijn land bijdragen aan het nationaal welzijn, vooral op het terrein van gezondheidszorg en onderwijs.
Tijdens het bezoek aan de landen in Azië heeft Raiser aan de christenminderheden in de regio de steun van de Wereldraad toegezegd, maar tegelijkertijd zei hij dat ze niet in een „minderheidscomplex” verzeild moeten raken. „Christenen zijn ambassadeurs van verzoening”, zei hij. Ook moet de relatie met moslims in het teken staan van dialoog, met als doel een betere verstandhouding met elkaar en het gezamenlijk zoeken naar internationale vrede.