Hospitaalschip VS symbool van redding voor Haïtianen
Met 20.000 militairen is de Verenigde Staten in Haïti. Een schip –een varend ziekenhuis met duizend bedden– is voor veel Haïtianen het symbool van redding. „Hoop ligt voor anker in de haven.”
De Verenigde Staten waren een dag na de aardbeving in de baai van Port-au-Prince met twee kustwachtvaartuigen. Twee Herculesvrachtvliegtuigen zetten dezelfde dag een medisch team en tactisch personeel af. Op 14 januari namen twee sergeants van de luchtmacht de verkeersleiding van het vliegveld over met hun draagbare radio. Weer een dag later arriveerde het vliegdekschip USS Carl Vinson met negentien helikopters en drie operatiekamers.Het hospitaalschip USNS Comfort verliet op 15 januari thuishaven Baltimore en arriveerde midden vorige week bij Haïti. Het gigantische, witgeschilderde schip heeft 12 operatiekamers, 1000 bedden en ruim 900 artsen, verpleegkundigen en ziekenhuispersoneel aan boord. Met helikopters worden patiënten aan- en afgevlogen.
Aan boord van de Comfort gebeuren wonderen, zo meldt de Amerikaanse marine. Een jongen met ingeklapte longen die ergens in Port-au-Prince onder het puin lag, werd op het allerlaatste moment de operatiekamer binnengebracht. Een vrouw die aan boord is bevallen van een baby zou het zonder medische hulp niet hebben gered. Een klein kind met een ernstig infecterende oogwond kon worden geholpen. „We zien infecties die je in de medische handboeken niet tegenkomt”, zegt kapitein Richard Sharpe, die ook diende in Irak en Afghanistan. „Het verbaast mij dat sommige mensen nog leven.”
De klok rond worden er op de Comfort operaties uitgevoerd. Kolonel Jim Ware, commandant van de medische groep aan boord, zegt dat het personeel op zijn tenen loopt, maar van geen wijken wil weten. „De stroom gewonden is eindeloos.”
Het zijn de feelgoodverhalen voor het Amerikaanse thuisfront. Goed dat onze mensen er zijn en levenreddend werk verrichten, wil de marine uitdragen. Maar hoe groot de capaciteit op de Comfort ook is, het lijkt een druppel op een gloeiende plaat. Duizenden gewonden van de aardbeving wachten nog op medische hulp. En hoe langer die uitblijft, hoe moeilijker het wordt. Veel patiënten met onbehandelde wonden overlijden aan bloedvergiftiging.
De Comfort is een omgebouwde tanker die sinds 1987 bij de Amerikaanse marine vaart als hospitaalschip. Tijdens de Golfoorlog in 1991 werden 8700 patiënten op het schip behandeld. Aan boord is ook een mortuarium. Die ruimte wordt deze dagen steeds meer gebruikt. Aan dek vallen alle operaties even stil als medisch personeel overledenen in zwarte zakken naar de helikopters draagt. ”Angel flights” noemt de bemanning de helikoptervluchten waarmee aan boord overleden Haïtianen teruggaan naar hun verwoeste vaderland.
Luitenant-kolonel Mill Etienne (43) is in Haïti geboren. Zijn ouders vluchtten uit Haïti toen hij vijf jaar was en vestigden zich in New York. Zijn vader werd taxichauffeur en zijn moeder schoonmaakster. Mill wilde niets meer van zijn geboorteland weten. Hij ging medicijnen studeren aan Yale en werd marineofficier. Toen de hoofdstad van Haïti beefde, meldde hij zich als vrijwilliger en kon mee op de Comfort.
Hij komt nu handen en woorden tekort. Mill wordt overal ingezet; als arts, als vertaler, als bemiddelaar, als Amerikaan, als Haïtiaan. „Hoop ligt voor anker in de haven van Port-au-Prince”, zegt hij. „De hoop die ik mijn land wil geven.”