WNF bekritiseert visserijafspraken EU
Europese schepen die in Afrikaanse wateren vis vangen, doen dat nog altijd nauwelijks op een duurzame manier. De jongste visserijovereenkomsten tussen de EU en Afrikaanse naties zijn weliswaar beter dan voorgaande, maar de druk op de vispopulaties neemt niet af en de onderlinge afspraken zijn te vrijblijvend.
Dat blijkt uit een dinsdag verschenen rapport van het Wereld Natuur Fonds (WNF). De natuurbeschermingsorganisatie pleit er daarom voor dat er geen nieuwe of vernieuwde overeenkomsten gesloten worden zonder een goede beoordeling van de duurzaamheid van de visserij en zonder dat duidelijk is hoe de vispopulaties ervoor staan.
De Europese visserijministers vergaderen medio volgende maand over een plan van de Europese Commissie om visserijakkoorden met derdewereldlanden in de beter af te stemmen op de eisen voor een duurzaam beheer van de visgronden.
„Het beleid voorgesteld in de zogeheten Mededeling van de Europese Commissie kan bepaalde aspecten van de overeenkomsten verbeteren, bijvoorbeeld door bijvangstlimieten aan te scherpen en toegang tot wateren strikter te reguleren. In de praktijk is de Europese visserij in de huidige overeenkomsten nog verre van duurzaam”, aldus Kees Lankester, visserijbioloog en adviseur van het Wereld Natuur Fonds. „Bovendien zijn de plannen van de EU nog te vrijblijvend, niemand voelt zich tot iets verplicht. Ook de Europese Commissie onderkent het belang van nadere wetgeving op het gebied van visserijovereenkomsten.”
De visserijovereenkomsten die de EU sluit met ontwikkelingslanden houden in dat de EU een kuststaat geld betaalt in ruil waarvoor Europese vissers toegang krijgen tot de wateren. De overeenkomsten leveren geld op voor de overwegend Afrikaanse landen, maar de druk op de vispopulaties neemt toe. Het geld dat de EU betaalt wordt voor een klein deel opgebracht door de vlooteigenaren. De Europese vissers betalen voor een vergunning om in Afrikaanse wateren te mogen vissen, de rest is subsidiegeld. De Unie heeft overeenkomsten met twintig, overwegend Afrikaanse, landen.