Ruim 150.000 lichamen geborgen in Haïti
Terwijl donorlanden en hulporganisaties zich maandag buigen over een plan voor de wederopbouw van Haïti, graven Franse reddingswerkers nog altijd in de puinhopen van Port–au–Prince op zoek naar een mogelijk laatste overlevende.
„We hebben beweging ontdekt met een radar", zei een Franse commandant. Het kan echter om een mens of een dier gaan. In totaal hebben reddingswerkers zeker 132 mensen levend onder het puin vandaan gehaald sinds de verwoestende beving op 12 januari. Meer dan 150.000 lijken zijn al geborgen en mogelijk loopt het dodental op tot zeker 200.000. In totaal zijn ongeveer 3 miljoen mensen op een of andere manier getroffen door de ramp.Veel slachtoffers hebben nog nauwelijks hulp gezien. Tussen de 800.000 en 1 miljoen mensen zijn nog steeds dakloos in Port–Au–Prince en omgeving. Volgens de VN vindt er een ware exodus uit de hoofdstad plaats naar minder zwaar getroffen gebieden. Mensen hopen elders basisvoorzieningen als onderdak en eten te vinden, waar het in de verwoeste hoofdstad aan ontbreekt. Zeker 130.000 personen zouden de hoofdstad al verlaten hebben en dat aantal stijgt per dag.
Per dag landen ongeveer 150 vliegtuigen met hulp bij de hoofdstad. Ook vanaf zee wordt hulp aangevoerd. De Dominicaanse president Leonel Fernandez heeft eerder geschat dat Haïti in de komende vijf jaar minstens 10 miljard dollar (bijna 7 miljard euro) aan hulp nodig heeft. Gevreesd wordt echter, dat de corruptie en het zwakke centrale bestuur in Haïti ertoe zullen leiden dat maar heel weinig geld aankomt waar het het hardst nodig is.
Zondag werd Haïti opnieuw getroffen door een aardbeving. De beving, met een kracht van 4,7 op de schaal van Richter, heeft volgens de eerste berichten geen schade veroorzaakt. Het epicentrum van de beving lag ongeveer 30 kilometer ten westen van de hoofdstad Port–au–Prince op een diepte van ongeveer 4 kilometer.