Crisisbeheersing á la VN
LONDEN/PORT–AU–PRINCE (ANP) – De Verenigde Naties proberen gevolgen van natuurrampen zo systematisch en doelmatig mogelijk aan te pakken. Ze gaan er daarbij doorgaans van uit dat de plaatselijke autoriteiten hun taken snel zelf weer oppakken, een uitgangspunt dat mogelijk niet opgaat voor Haïti, berichtte de BBC dinsdag.
Na de komst van de eerste artsen, reddingswerkers en militairen zou een door een ramp getroffen land of gebied zo veel mogelijk zelf moeten bepalen wat er verder nodig is. Een land kan via een afgezant van de Verenigde Naties in het land zelf om internationale hulp vragen of de reeds aangeboden internationale hulp laten coördineren.Vaak is, zoals in het geval van Haïti, het regeringsapparaat door de natuurramp zo zwaar getroffen, dat daar maar weinig van kan worden verwacht. Dan sturen de Verenigde Naties beoordelings– en coördinatieteams voor rampen (Undacs). Die nemen meestal een week of drie de touwtjes in handen voor de internationale hulp, maar ze laten de aanpak van de ramp daarna aan de plaatselijke autoriteiten over.
Gezien de chronische zwakte van het Haïtiaanse regeringsapparaat zullen de Undacs waarschijnlijk langer dan gebruikelijk in het land blijven. Haíti heeft daarbij het voordeel dat er reeds een VN–missie inclusief blauwhelmen was. Bovendien zijn de Verenigde Staten er met hun manschappen en materieel ook een leidende rol gaan spelen. Waarnemers verwachten dat de hulp aan Haïti en mogelijk ook het bestuur nog lang in internationale handen blijft, vooral omdat er zoveel is voorgenomen en toegezegd.
De VN verdelen taken bij natuurrampen over clusters waarvan de leiding is toevertrouwd aan dochterorganisaties of instellingen zoals het Rode Kruis en de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM). Voor Haïti ligt de leiding van het cluster water, sanitair en hygiëne bij Unicef en die van het cluster opvangkampen bij de IOM. Het Rode Kruis is verantwoordelijk voor de eerste noodopvang. De leiding van het cluster logistiek ligt bij het Wereldvoedselprogramma (WFP) en die van het noodherstel en de communicatie bij WFP en Unicef. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) is in eerste instantie verantwoordelijk voor de gezondheidszorg en de VN–kinderorganisatie Unicef voor de voedselsituatie. De leiding van het cluster eerste herstel ligt bij het Ontwikkelingsprogramma van de VN (UNDP) en die van het cluster bescherming bij de vluchtelingenorganisatie Unhcr en Unicef.
De VN coördineren het liefst ter plaatse vanuit hun ’On Site Operations and Co–ordination Centre’ (OSOCC, actie– en coördinatiecentrum ter plaatse) om het werk van de vele internationale hulpaanbieders en de plaatselijke autoriteiten op elkaar af te stemmen. Daarbij rijzen problemen, als een hulporganisatie alles zelf wil regelen en de coördinerende functie van de VN niet wenst te erkennen. Zo staan volgens waarnemers Amerikaanse partijen vaak achterdochtig tegenover personeel van de VN. Ook militairen laten vaak na informatie met andere hulpverleners te delen.
Militairen van de VN en de VS zullen in Haïti naar verwachting een grote rol krijgen bij het handhaven van de openbare orde. In Haïti waren politie en leger ook voor de aardbeving van 12 januari niet berekend op hun taken. Veiligheid is essentieel voor het bieden van hulp en het naar verwachting moeizame en trage herstel.