„Extremisme in Gaza groeit”
Twee bomaanslagen op internetcafés in Gaza vorige week herinneren eraan dat extremistische groepen in de kustregio wel eens sterker kunnen zijn dan Hamas, de ‘gematigder’ organisatie die de scepter zwaait in de Gazastrook.
De aanslagen in Khan Yunis gingen vooraf aan een waarschuwing in een rapport van het Washington Institute for Near East Policy, dat deze week verschijnt. In het rapport constateren de auteurs dat Palestijnse groepen lijken op te schuiven in de richting van al-Qaida, het internationale islamistische netwerk dat oproept tot een wereldwijde heilige oorlog.Persbureau AP publiceerde al over het nog te verschijnen rapport van Matthew Levitt, een contraterrorisme- en veiligheidsexpert van het Washington Institute, en Yoram Cohen, voormalig plaatsvervangend directeur van de Israëlische binnenlandse veiligheidsdienst Shin Bet.
„Al-Qaida zal waarschijnlijk niet overtuigd zijn van het ideologische engagement van groepen als Jaish al-Islam”, zei Levitt. „Ook is al-Qaida wellicht bezorgd over het overlevingsvermogen van dergelijke groepen en hun vatbaarheid voor infiltratie door de Israëlische inlichtingendiensten.”
Er zijn verschillende groepen, inclusief Jaish al-Islam, Jaish al-Sunna en Jund Ansar Allah, actief in Gaza. Elke groep telt ongeveer 200 tot 300 leden. Daarmee zijn ze klein, maar zeker niet ongevaarlijk.
In augustus vorig jaar vond de tot nu toe meest serieuze confrontatie tussen Hamas en een van de groepen plaats. Jund Ansar Allah riep de zuidelijke stad Rafah uit tot „islamitisch emiraat” en bezette een plaatselijke moskee.
Bij schietpartij tussen Hamasagenten en de gewapende militanten, die explosieven hadden aangebracht op strategische plaatsen in de moskee, vielen twintig doden. De meeste doden vielen onder de militanten.
Een week later, toen politieagenten van Hamas auto’s doorzochten bij versperringen in Gaza-stad, ontploften verschillende bommen bij overheidsgebouwen. Die aanslagen waren kennelijk bedoeld als vergelding voor de schietpartij in Rafah.
Voordat Hamas in juni 2007 de macht overnam in Gaza, werd er een aantal westerlingen ontvoerd, onder wie BBC-journalist Alan Johnston. Hamas wist hem later vrij te krijgen. De ontvoeringen zouden uitgevoerd zijn door clans uit Gaza die zich verwant voelen met al-Qaida.
Sindsdien wist Hamas de veiligheid in de straten van Gaza grotendeels te garanderen. Wel waren er nu en dan aanvallen op cd/dvd-winkels, cafés, internetcafés, schoonheidssalons en door mannen geleide kapperszaken met vrouwelijke klanten. Deze zaken zijn in de ogen van de extremisten „onislamitisch.” Zij beweren dat Hamas de islamitische wet in Gaza niet strikt genoeg handhaaft en ze zijn ook tegen een bestand met Israël.
Israëlische veiligheidsdiensten beweren dat tientallen buitenlandse strijders en islamitische extremisten via smokkelroutes Gaza zijn binnengekomen.