Arafat vraagt Abbas als premier
De Palestijnse leider Yasser Arafat heeft Mahmoud Abbas de post van minister-president in het Palestijnse bestuur aangeboden. Dat hebben woordvoerders van Arafat gisteravond bekendgemaakt.
Abbas, ook bekend als Abu Mazen, wordt gezien als gematigd en heeft opgeroepen tot het stopzetten van de zelfmoordaanslagen op Israëlische burgers en het hervatten van de dialoog met Israël. Abbas kreeg donderdag ook de steun van het centrale comité van de Fatah-beweging en van parlementsvoorzitter Ahmed Qureia.
Lange tijd heeft het ernaar uitgezien dat Arafat de zakenman en miljardair Monib al-Masri zou vragen voor de nog te creëren post van premier. Volgens bronnen binnen de Palestijnse Autoriteit heeft de Fatah-beweging echter aangedrongen op de benoeming van Abbas. De Palestijnse Autoriteit komt zaterdag bijeen in Ramallah om de benoeming van de premier te formaliseren. Alle vijftien leden van de Centrale Raad, het belangrijkste orgaan binnen het Palestijnse bestuur, hebben van Israël toestemming gekregen om in de Westoeverstad bijeen te komen.
Arafat ging vorige maand na zware druk van internationale bemiddelaars akkoord met het overdragen van een deel van zijn macht aan een premier. Het zogenoemde kwartet van Midden-Oosten-bemiddelaars -de Verenigde Staten, de Verenigde Naties, de Europese Unie en Rusland- hoopt dat het hervatten van de vredesbesprekingen tussen Israël en de Palestijnen eenvoudiger wordt als Arafat enigszins naar de achtergrond verdwijnt. De Israëlische premier Ariel Sharon heeft nieuwe gesprekken met Arafat over een Israëlisch-Palestijns vredesakkoord uitgesloten.
De Israëlische legeroperatie in het vluchtelingenkamp Jabaliya in de Gazastrook die donderdag aan zeker elf Palestijnen het leven gekost, is gisteravond voortgezet. Volgens ooggetuigen trokken ongeveer honderd tanks en andere militaire voertuigen richting het kamp. Het leger heeft de voortgezette militaire activiteit bevestigd, maar heeft geen informatie over de operatie gegeven.
Acht van de doden, onder wie drie jongens van 12, 13 en 14 jaar, vielen volgens Palestijnse ooggetuigen toen een Israëlische tank het vuur opende op kampbewoners die stonden te kijken bij een brand. Het Israëlische leger zei dat militante Palestijnen die de zich terugtrekkende Israëlische troepen probeerden te treffen een explosie hadden veroorzaakt. De andere drie doden, twee Palestijnse strijders en een nachtwaker, vielen bij schietpartijen die zich aan het begin van de Israëlische inval voordeden. Op de Westoever zijn donderdag nog eens drie Palestijnen om het leven gekomen, onder wie een jongen van 16 en een vrouw van 55.
Volgens de Palestijnse minister Saeb Erekat wilde de Israëlische regering met de operatie wraak nemen voor een zelfmoordaanslag op een bus in Haifa, waarbij woensdag vijftien Israëliërs en de Palestijnse dader om het leven kwamen. Erekat zei dat hij de regering van premier Ariel Sharon volledig verantwoordelijk hield voor „daden van vergelding.” Hij riep de Amerikaanse president George Bush op zijn aandacht af te halen van de oorlog tegen Irak om de Palestijnen en Israëliërs te helpen de vicieuze cirkel van geweld te doorbreken.
De Israëlische premier Ariel Sharon stelde het Palestijnse geweld in Haifa gelijk aan de aanslagen waar de Verenigde Staten mee geconfronteerd zijn. „De terreur die het World Trade Center heeft doen instorten is dezelfde soort terreur die onschuldige schoolkinderen in Israël vermoordt”, aldus de premier.
Een woordvoerder van het Israëlische ministerie van Buitenlandse Zaken, Ron Prosor, ontkende dat de operatie in Gaza een wraakoefening was. Hij zei dat die deel uitmaakte van een al eerder ingezette campagne om extremisten op te sporen. Het leger zei dat de operatie in Jabaliya gericht was tegen Abdel Karim Ziada, een bommenmaker van Hamas. Militairen vonden geweren, handgranaten, explosieven en antitankraketten in zijn huis, dat later werd opgeblazen.
Jabaliya is met ongeveer 110.000 inwoners het grootste Palestijnse vluchtelingenkamp en geldt als een van de meest militante Palestijnse verzetshaarden.
De meeste gewonden vielen donderdag bij het omstreden incident rond het brandende gebouw. Onder hen waren cameraman Ahmed Jadallah en fotograaf Shams Odeh van het persbureau Reuters. Jadallah liep breuken aan beide benen op door tankgranaatscherven en moest worden geopereerd om een slagader te dichten. Odeh liep een verbrijzelde voet op.
De zelfmoordaanslag in Haifa is nog altijd niet opgeëist. Wel heeft Hamas de afgelopen weken gedreigd activisten te wreken die bij recente Israëlische invallen zijn gedood of gearresteerd. Israël zei dat de aanslagpleger een 20-jarige Palestijn was uit Hebron op de Westoever. Zijn vader en twee broers zijn gearresteerd.