Balkenende botst hard met PvdA
Premier Balkenende is dinsdag hard in aanvaring gekomen met coalitiegenoot PvdA nadat hij een aantal cruciale conclusies van de commissie–Davids had bestreden over het besluit de militaire inval in Irak in 2003 politiek te steunen.
De PvdA–fractie eist dat premier Balkenende met een nieuwe verklaring over het Irak–onderzoek van de commissie–Davids komt. Dat bleek dinsdagavond na fractieberaad bij de PvdA. De partij is nog niet tevreden met een toelichting van Balkenende waarin hij verschillen van inzicht met de PvdA erkende.Het gaat de PvdA vooral om opmerkingen van de premier over het volkenrechtelijk mandaat voor de inval in Irak. De PvdA was tegen de inval in Irak en zag geen volkenrechtelijk mandaat. Het kabinet zag dat wel, maar de commissie–Davids stelt nu dat er onvoldoende legitimering was voor de inval.
Balkenende weersprak dinsdag onder meer die conclusie van de commissie–Davids, tot grote onvrede van PvdA–leider en vicepremier Bos en de PvdA–fractie. Fractievoorzitter Hamer eiste een nieuwe verklaring en hield daar ook later op de avond aan vast. „De premier spreekt nog te veel als premier van een vorig kabinet”, zei Kamerlid Van Dam na fractieberaad.
De PvdA verzette zich in 2003, vanuit de oppositie, tegen militair ingrijpen in Irak. De commissie–Davids stelde dinsdag dat destijds voor de Amerikanen en de Britten het volkenrechtelijk mandaat ontbrak voor de inval. Nederland verleende uiteindelijk wel politieke steun, geen militaire. Ook concludeerde Davids dat de Tweede Kamer niet volledig is geïnformeerd over het verzoek van de Verenigde Staten om deel te nemen aan militaire voorbereidingen.
GroenLinks en D66 stelden verbijsterd vast dat Balkenende enkel bezig is zijn eigen stoep schoon te vegen. VVD–leider Rutte sprak van een bizarre situatie en een chaotisch beeld.
In interviews na zijn persconferentie probeerde Balkenende het beeld te corrigeren. Hij erkende dat de PvdA anders in het dossier–Irak „zat en zit" dan het kabinet–Balkenende in 2003. Over de reactie van de coalitiegenoot sprak Balkenende ook met PvdA–leider Bos. „En hij heeft gelijk dat er een scherp onderscheid is tussen het kabinet toen en nu", aldus Balkenende.
De 49 conclusies van de commissie–Davids over de besluitvorming om in 2003 politieke steun te geven aan de Amerikaanse inval in Irak zijn bijzonder kritisch. Zo kwam het beleid uit de mouw van één minister, De Hoop Scheffer, toen net aangetreden op Buitenlandse Zaken. Hij had begin augustus 2002 met een groepje ambtenaren een brainstormsessie van 45 minuten. Zonder overleg met andere bewindspersonen stuurde hij een brief naar de Kamer hierover. De lijn die toen was bedacht, leidde uiteindelijk tot het kabinetsbeleid om de inval in Irak politiek te steunen.
De premier bemoeide zich er aanvankelijk amper mee. Hij deed dat pas na januari 2003, toen De Hoop Scheffer was aangetreden als NAVO–secretaris–generaal. Zijn benoeming staat volgens Davids overigens los van het Nederlandse besluit de inval te steunen.
De inlichtingen– en veiligheidsdiensten AIVD en MIVD hadden weinig tot geen zelfstandig ingewonnen informatie over het Iraakse wapenarsenaal. Ze baseerden zich vooral op rapporten van hun buitenlandse zusterorganisaties en VN–wapeninspecteurs.