Commissie-Davids geeft oppositie munitie
De commissie-Davids heeft zich nadrukkelijk willen onthouden van een politiek oordeel. Toch geeft zij de oppositiepartijen flink wat munitie in handen waarmee die premier Balkenende de komende weken fors kunnen gaan bestoken.
„U hebt van ons alle informatie gekregen waarover wij beschikten en die wij redelijkerwijze kónden geven.” Zo ongeveer luidde het verweer van premier Balkenende de achterliggende jaren, elke keer wanneer de Kamer hem vroeg om nadere uitleg over de manier waarop de Nederlandse politieke steun aan de Irakoorlog nu precies tot stand was gekomen. De Kamer hield er, gerekend vanaf de inval van de VS en Engeland in Irak, in maart 2003, maar liefst zestien debatten over.Nu het rapport van de commissie-Davids op tafel ligt, blijkt dat op het verweer van Balkenende nogal wat valt af te dingen. Daar is allereerst de brief van 15 november 2002 waarin de Verenigde Staten Nederland verzochten mee te werken aan de planning van de opbouw van een militaire macht die Irak tot naleven van VN-resolutie 1441 moest dwingen. Over die brief heeft het kabinet aan de Staten-Generaal „geen volledige opening van zaken gegeven”, aldus Davids.
Daar is in de tweede plaats de manier waarop de AIVD oordeelde over de opvatting van de Engelse geheime dienst dat Iraak beschikte over massavernietigingswapens. De AIVD was terughoudend over de dreiging die van het Iraakse bewapeningsprogramma uitging. Maar uit de AIVD-rapporten over dit thema werd door het kabinet zeer selectief geciteerd. „Uit de rapporten werden slechts die uitspraken gedestilleerd die pasten in het reeds ingenomen standpunt.”
Het achterhouden van informatie, of het nu belangrijke of minder belangrijke info betreft, geldt in politiek Den Haag als een zwaar vergrijp. „Wij geven geen politiek oordeel. We delen slechts feiten mee”, stelde commissievoorzitter Davids vanmorgen terecht. Maar de hier genoemde feiten maken het vellen van een politiek oordeel voor oppositiepartijen wel erg gemakkelijk.
Daar komt bij dat het achterhouden van informatie niet de enige kritische noot is die Davids kraakt. Hard is ook zijn oordeel dat Nederland met de Irakoorlog een andere doelstelling had dan de VS, het land dat zij politiek steun verleende. „Een zekere onwaarachtigheid was niet vreemd aan het Nederlandse standpunt.”
De kritiek van Davids richt zich hier en daar specifiek op premier Balkenende. Hij gaf aanvankelijk „weinig of geen leiding aan de debatten over de kwestie-Irak.” Ook dit soort “feiten” worden door de SP en GroenLinks gretig aangegrepen om het kabinet in het nauw te brengen.
Toch is dat niet de grootste zorg van de minister-president, die een deel van de „feiten” van de commissie vandaag, in een eerste reactie op het rapport, typeerde als „meningen.” Gevaarlijk wordt het voor hem pas als zijn belangrijkste coalitiepartner, de PvdA, hem laat vallen. Daarvan is vooralsnog geen sprake.
Wel reageerden de sociaaldemocraten vanmiddag furieus, nadat premier Balkenende tegenover de pers een eerste reactie had gegeven op het rapport van de commissie-Davids. In die reactie stelde de minister-president zich flink teweer tegen de belangrijkste verwijten uit het rapport. Volgens PvdA-fractievoorzitter Hamer vertolkte Balkenende hiermee niet de mening van de totale coalitie. Zij eiste prompt –voor het einde van deze week– een nieuwe verklaring van het kabinet, een verklaring waarin ook coalitiepartner PvdA zich zou kunnen vinden.
Het incident toont aan hoe gevoelig de materie is, met name voor de twee grootste coalitiepartijen, en hoe snel een meningsverschil over de invasie in Irak uit de hand kan lopen.
Wat dat betreft hebben kabinet en Kamer, die naar verwachting over enkele weken over het rapport-Davids debatteren, een spannende tijd voor de boeg.