Balkenende: Blij dat geruchten zijn ontkracht
DEN HAAG (ANP) – Premier Balkenende is blij dat de commissie–Davids een aantal „hardnekkige geruchten" over de vermeende Nederlandse betrokkenheid bij de inval in Irak „naar het rijk der fabelen" heeft verwezen.
Hij wees er in een eerste reactie op dat Nederland volgens de commissie geen actieve militaire steun heeft geleverd aan de Amerikaans–Britse inval in Irak of voorbereidingen daarvan. Ook zijn er geen F16–gevechtsvliegtuigen ingezet boven Noord–Irak en zijn er geen Nederlandse commando’s in Irak geweest.Ook heeft de commissie de suggestie weggenomen dat de Nederlandse politieke steun te maken had met de benoeming van toenmalig minister van Buitenlandse Zaken De Hoop Scheffer tot NAVO–baas, aldus Balkenende. „De schaduw van twijfel is op deze punten weggenomen", stelde hij.
Premier Balkenende is het niet eens met de conclusie van de commissie–Davids dat het kabinet de Tweede Kamer onvolledig geïnformeerd zou hebben over het besluit de inval in Irak politiek te steunen. Balkenende zei dinsdag in een eerste reactie daarover „een ander beeld” te hebben.
Volgens de premier is de Kamer bijvoorbeeld wel degelijk ingelicht over onderdelen van het verzoek van de Verenigde Staten, van 15 november 2002, om te helpen in de planning van de opbouw van de militaire macht voor de inval in Irak. Daarbij noemde hij concreet twee momenten: 21 november en 6 december.
De Kamer zou volgens Balkenende alleen geen informatie hebben gekregen over een algemeen verzoek van de Amerikanen dat ook aan andere landen was gericht. Bovendien ging het volgens hem om vertrouwelijke informatie die niet openbaar gemaakt kon worden.