„Meer steun voor ISAF onder Afghanen”
Ondanks het aanhoudende geweld, de armoede en andere nijpende problemen zijn de meeste Afghanen weer optimistisch over de toekomst van hun land. Dat is voor het eerst sinds jaren.
Uit een maandag gepubliceerde peiling in opdracht van een aantal buitenlandse omroepen –BBC, ABC en ARD– blijkt dat meer dan 70 procent van de bevolking gelooft dat het de goede kant opgaat met Afghanistan. Vorig jaar lag dat cijfer nog op 40 procent. De steun is een stuk minder in het zuiden en oosten, waar het hardst wordt gevochten.Voor de peiling werden tussen 11 en 23 december 1534 volwassen Afghanen ondervraagd. Het is de vijfde peiling van de omroepen sinds 2005. De foutmarge in de peiling is plus of min 3 procent.
Meer dan twee derde van de respondenten zei dat de levensomstandigheden beter zijn dan voor de val van het radicaalislamitische talibanbewind in 2001. Zo is er meer werk en een betere infrastructuur. Somberder is de bevolking in gebieden waar zwaar gevochten wordt, zoals Helmand, het hart van de opiumindustrie en de talibanopstand.
Verder komt een groeiende weerstand tegen de taliban naar voren uit de peiling. Van de ondervraagden wil 90 procent dat het land wordt geleid door de huidige regering, slechts 6 procent is voorstander van een regering gevormd door de taliban. Een ruime meerderheid (69 procent) noemt de taliban het grootste gevaar voor het land.
Ook komt er steeds meer waardering voor de verrichtingen van het Afghaanse leger. Bijna 30 procent denkt dat de eigen militairen uitstekend werk verrichten. Ook steunt 70 procent van de Afghanen de aanwezigheid van de internationale troepenmacht in het land.
Die kreeg gisteren opnieuw verliezen te verduren. In totaal zes militairen sneuvelden op verschillende plekken in het land. Onder de doden zijn drie Amerikanen en een Fransman. De identiteit van twee andere militairen is nog niet door de NAVO bekendgemaakt.
De Amerikanen sneuvelden tijdens gevechten in het zuiden van het land. De Fransman kwam om het leven bij een aanval niet ver van de hoofdstad Kabul. De twee militairen van wie de identiteit nog niet naar buiten is gebracht, kwamen om door bermbommen. Eén sneuvelde in het zuiden, de andere in het oosten van het land.
Een woordvoerder van de Franse president Nicolas Sarkozy zei dat de omgekomen Franse officier deel uitmaakte van een Frans-Afghaanse patrouille in Alasay, een vallei die de Fransen proberen te veroveren op de taliban. Bij de aanval raakte een Franse soldaat zwaargewond.
Sarkozy veroordeelde de aanval en maakte van de gelegenheid gebruik om nogmaals te verklaren dat hij vastbesloten is het Franse contingent in Afghanistan te houden. Momenteel zijn er rond de 3500 Fransen in Afghanistan gestationeerd. Sinds 2001 zijn in Afghanistan 37 Franse militairen gesneuveld.
De teller van het aantal in Afghanistan gedode buitenlandse militairen staat dit jaar al op vijftien. Als de trend zich doorzet wordt 2010 nog bloediger dan het afgelopen jaar, waarin al het hoogste aantal doden viel binnen de internationale troepenmacht sinds de invasie in 2001. Het hoge dodental is het gevolg van veranderde tactieken van de opstandelingen en de komst van meer buitenlandse troepen.
De Amerikaanse president Barack Obama stuurt 30.000 man extra troepen naar Afghanistan. Daarmee zullen meer dan 100.000 Amerikaanse manschappen in Afghanistan zijn gestationeerd.
Andere landen leveren op dit moment circa 30.000 troepen en zenden de komende tijd nog eens 7000 militairen.
De Amerikaanse generaal Stanley McChrystal zei gisteren dat het militaire offensief van de buitenlandse troepenmacht tegen de taliban zijn vruchten begint af te werpen. „We zijn hier nu ongeveer zeven maanden mee bezig en ik geloof dat we vooruitgang hebben geboekt”, aldus de opperbevelhebber van de NAVO-militairen in Afghanistan in een interview met de tv-zender ABC.
„Als ik in een gebied ben dat zeven maanden geleden nog onder controle stond van de taliban, en je ontmoet een raad van oudere mannen en zij beschrijven hun optimisme over de toekomst, dan voel je dat het tij aan het keren is.”