Werkstraf voor bezit radioactief materiaal
Tegen de 69-jarige A. van B. uit Baarn is maandag bij de Utrechtse rechtbank 200 uur werkstraf en 4 maanden voorwaardelijke gevangenisstraf geëist. Hij zou zonder vergunning radioactief materiaal in bezit hebben gehad.
Justitie nam in juni 2006 ruim 16 kilo uranium en thorium in beslag in zijn Baarnse woning en in het bedrijf van Van B. in Bunschoten. Volgens justitie had hij niet de benodigde Nederlandse vergunning voor het opslaan van thorium en uranium.De officier van justitie verweet Van B. dat hij met het overtreden van de kernenergiewet niet alleen de gezondheid van zichzelf en zijn vrouw op het spel had gezet, maar ook die van het personeel van een naastgelegen bedrijf in Bunschoten.
Volgens Van B. was geen sprake van verhoogde straling of thoriumdeeltjes die door de lucht zweefden, zoals uit onderzoek zou zijn gebleken. „Dat is een heel vals rapport. Als het waar was, zou ik hier niet meer zitten”, meent de verdachte.
Van B. beschikte over een Europese vergunning voor het bezitten van „kleine hoeveelheden kerntechnisch materiaal” en had ook toestemming van de douane om het splijtstof in te voeren. Bovendien zou het ministerie hem een brief voor vergunninghouders hebben gestuurd.
Bij een veroordeling pleitte de advocaat voor een schuldigverklaring zonder straf. De raadsman benadrukte dat het bedrijf van zijn cliënt nagenoeg ter ziele is.
Uitspraak 25 januari.