Premier nog lang in politieke penarie
Spannende dagen voor premier Balkenende. Leidt de presentatie van het rapport van de commissie-Davids dinsdag over de politieke steunverlening aan de inval in Irak de val van zijn vierde kabinet op rij in?
Lang, heel lang heeft Balkenende het onderzoek door Davids kunnen tegenhouden. Uiteindelijk is hij begin vorig jaar bezweken voor de aanhoudende druk van de linkse oppositie.Hij nam een riskante gok door toch met een onderzoek in te stemmen. Dat bewijst althans de geschiedenis. Neem bijvoorbeeld het tweede kabinet-Kok. Dat liet door het NIOD een studie uitvoeren naar de val van Srebrenica. Enkele dagen nadat het instituut verslag uitbracht, ging Kok naar de koningin om het ontslag van zijn kabinet aan te kondigen.
Toch lijkt de presentatie van het rapport van Davids voor Balkenende niet direct gevaar op te leveren. Zo is de kwestie Srebrenica onvergelijkbaar met de inval in Irak. Uit Srebrenica werden onder toeziend oog van Nederlandse VN-militairen duizenden moslimmannen weggevoerd die niet meer levend zijn teruggekomen.
Bij de oorlog in Irak zijn ook burgers omgekomen, maar onder heel andere omstandigheden en zonder aanwezigheid van Nederlandse militairen.
De discussie over de politieke steun voor de inval in Irak draait om de vraag of er een voldoende internationaalrechtelijke legitimatie was voor preventief militair ingrijpen in Irak. Het kabinet meent van wel, zijn tegenstanders zeggen van niet. Maar om een dergelijke discussie is nog nooit een kabinet ten val gekomen.
Een kabinet valt als het het vertrouwen kwijtraakt van de partijen waarop het rust. Van het CDA –altijd een hartstochtelijk pleitbezorger van de inval in Irak– is allerminst te verwachten dat het aan de stoelpoten van het kabinet gaat zagen, wat ook de uitkomst van het onderzoek zal zijn.
De ChristenUnie is daar evenmin opuit. Die partij wil van haar eerste regeringsperiode een succes maken en heeft daarvoor de resterende tijd nog hard nodig.
Cruciale factor is de PvdA, de derde regeringspartij. Die partij was altijd een van de grootste voorvechters van een onderzoek naar de inval in Irak. Voor 2007, toen de partij nog in de oppositie zat, zou de val van het kabinet een welkome bijvangst zijn geweest van zo’n studie.
Nu de partij zelf in het kabinet zit, liggen de kaarten anders. De val van het kabinet zou betekenen dat ook de PvdA-bewindslieden op straat komen te staan. Die hebben allemaal nog een volle agenda en willen nog veel zaken realiseren. Vanuit de oppositiebankjes, die dan lonken, zal dat niet meevallen.
De twee grootste regeringspartijen zijn beide niet gebaat bij vervroegde verkiezingen. Ze staan in de peilingen op fors verlies. Het CDA zou 14 van de 41 zetels moeten inleveren, de PvdA 18 van de 33.
Bovendien wachten dit voorjaar de brede heroverwegingen, de recordbezuinigingen op de rijksbegroting. Het is de drie coalitiepartijen er veel aan gelegen om dan op het pluche te zitten, want dan kunnen zij tenminste zelf aan de knoppen draaien als er ingrijpende keuzes moeten worden gemaakt.
Wat ook mee speelt is dat Balkenende deze kabinetsperiode niet weer op aanvechtbare gronden een oorlog kan steunen. In het regeerakkoord heeft de PvdA expliciet vast laten leggen dat voor militair ingrijpen een „adequaat volkenrechtelijk mandaat” is vereist. Een herhaling van 2003 is dus uitgesloten.
Dit alles wil echter niet zeggen dat een kritisch rapport van de commissie-Davids helemaal geen consequenties heeft voor het kabinet. Als Davids Balkenende bekritiseert, doet dat zijn imago geen goed. Tegelijkertijd wordt de positie van de PvdA –die altijd veel moeite heeft gehad met de politieke steun voor de inval in Irak– sterker als de partij zich achteraf gesteund weet door Davids.
De verhouding tussen CDA en PvdA, toch al niet elkaars vrienden, zal er in dat geval niet beter op worden. Ze wekken nu al zo vaak de indruk dat ze liever apart van elkaar verder gaan, dat CU-fractievoorzitter Slob zich begin deze week genoodzaakt voelde om hen op te roepen tot hechtere samenwerking.
Een indirecte consequentie van een kritisch rapport van Davids kan dan zijn dat het kabinet weliswaar niet direct valt, maar nog moeizamer naar de finish strompelt dan nu al het geval is.
Voor de nabije toekomst zal veel afhangen van de manier waarop Balkenende reageert op het rapport van Davids en of hij de Kamer ervan kan overtuigen na het onderzoek van Davids het hoofdstuk Irak definitief af te sluiten.
Het verleden heeft echter uitgewezen dat de premier geen kei is in het afhandelen van politiek gevoelige punten. Enkele verkeerde opmerkingen in het Kamerdebat over het rapport van Davids kunnen voldoende zijn om het vuurtje bij de oppositie brandend te houden. Die zal dan gaan roepen om een parlementaire enquête. Zonder steun van de PvdA zal die er niet komen, maar de kwestie Irak kan Balkenende dan blijven achtervolgen tot aan het einde van zijn premierschap.
Invloed kan het rapport van Davids ten slotte nog uitoefenen op de gemeenteraadsverkiezingen in maart. De meeste CDA- en ChristenUniekiezers zullen zich door een kritisch rapport van Davids er niet toe laten verleiden op een andere partij te stemmen.
Bij de PvdA-kiezers ligt dat anders. Velen van hen zijn erop gebrand via een parlementaire enquête de onderste steen boven te halen. Om de verhouding met het CDA nog niet verder onder druk te zetten, kan de PvdA daarin echter niet zomaar meegaan. Dat zou veel PvdA-kiezers het laatste duwtje kunnen geven om hun partij in maart vaarwel te zeggen.
De politieke spanning is na dinsdag dus zeker niet uit de lucht. Balkenendes twee grote voorbeelden inzake Irak, Bush en Blair, zagen hun imago mede dankzij de oorlog snel afbladderen en verlieten uiteindelijk roemloos het politieke toneel. Geen prettig vooruitzicht voor de premier.