Dol op...
Waren het aanvankelijk vooral kleine, exclusieve lifestylewinkels die hartvormen aan de man brachten, nu lijkt de hartjeswoede echt goed op gang te komen. Ketens als Intratuin en Xenos doen ook mee. En bij de bouwmarkt kan zomaar een vogelhuisje met hartjesopening in het schap liggen.
Zelfs het kleine bloemenstalletje hier om de hoek doet mee. Oké, misschien is deze buurt wel extreem trendgevoelig. Een wandeling langs nog geen honderd huizen levert zomaar tien ‘hartjeshuizen’ op. Maar ook wie op internet een beetje om zich heenkijkt, kan er niet omheen. Hartjes zijn haast overal.Op Marktplaats brengen creatievelingen hun zelfgemaakte stoffen hartjes of hartjesslingers aan de man. Woonwinkels hebben de hartjes op hun website soms in een aparte rubriek ondergebracht. „Wegens het grote succes en aanbod”, aldus De Hebberij in Den Ham (de-hebberij.nl) De mensen achter C’est la Vie in Roermond zullen dat ongetwijfeld beamen: bij hen staan niet minder dan zestig verschillende hartjes op de site (cestlavieroermond.nl). Zo gaat het op het wereldwijde web nog wel even door.
Het Perscentrum Wonen, voorlichter op het gebied van interieur, heeft de trend nog niet gesignaleerd, blijkt na een telefoontje. Bij Monique Wiemeyer, hoofdredacteur van vtwonen, roepen de hartjes meer herkenning op. „Het sijpelt nu echt door”, zegt ze. „Wij hebben al wel tien jaar iets met harten. Maar voordat mensen ideeën zelf gaan toepassen en voordat je ze terugziet in onze binnenkijkreportages ben je een tijd verder.”
Wiemeyer constateert dat het hart de laatste tijd breder opduikt. „Misschien hebben wij daarin wel de trend geset”, oppert ze. „Dat zou heel goed kunnen. Zo ging het ook bij de lange eettafel met twee lampen erboven en bij schoolbordverf.” Dan relativerend: „Bij trends is het heel moeilijk de oorsprong te achterhalen.”
Wiemeyer houdt van de symbolische betekenis van de hartvorm. „Vele handen maken een huis, maar het hart maakt een thuis, zeggen we hier altijd.” En ze houdt van de vorm. „Die is universeel. Je kunt er ook je eigen handschrift aan geven; wij zijn niet zo van het symmetrisch hartje.”
Sinds oktober staat er een hartje in het logo van vtwonen. Want wat de hoofdredacteur betreft is de hartvorm een blijvertje. Mocht de trend –ze heeft wat moeite met het woord– over zijn hoogtepunt zijn, dan stopt het magazine niet met de vorm. Maar ook nu het hart modieuzer is dan ooit, geeft ze hem niet op. Anders dan anders. „Zodra iets in groten getale bij Blokker ligt, zeggen wij altijd tegen elkaar: Het wordt misschien weer tijd dat we iets anders doen.”
Wat opvalt is dat het hart meestal als los element opduikt. Geen gordijn met hartjesprint, maar een houten hart met de tekst ”lief” of ”welcome”. Geen behang met honderden harten, maar eentje, van rode ruitjesstof. Veel hartjes bungelen bovendien aan een lint of een stukje touw.
Oorspronkelijk horen hartjes thuis in een landelijke inrichting, weet Wiemeyer. „In de authentiek Amerikaanse stijl zie je veel harten. In patchwork bijvoorbeeld. Of denk aan de gingerbreadkoekjes.”
Nu lijkt de vorm zich in veel interieurstijlen thuis te voelen. Maar zijn herkomst is hij nog niet vergeten: vaak siert het hart een huis van dertigers met een moderne –hetzij stoere of romantische– landelijke stijl.
Louter lief roze is het hartje allang niet meer. Dankzij woonmagazines, trendsettende winkels en modegevoelige consumenten kan het nu net zo goed robuust en stevig zijn. De meeste harten zijn gemaakt van stoere materialen als linnen, riet en hout. Ze zijn zwart, grijs of hebben een aardetint. Het zoete imago van het hartje is definitief verleden tijd. Behalve rond Valentijnsdag, dan.
Het hart van: Loes de Jong (49)
Wat: Verzameling witte en zilverkleurige hartjes voor het raam. „Even tellen hoor. Ik doe het per rij, anders raak ik in de war. Het zijn er veertien en dan nog een snoer met hartjes eraan.” Het grootste hart is een kaarthouder van metaaldraad. Ook in de slaapkamer hangen hartjes.
Sinds wanneer: „Ik heb ze begin december opgehangen. Voor Kerst kleed ik de serre altijd opnieuw aan. Binnenkort ga ik er een paar weghalen, maar niet allemaal.” De hartjes in de slaapkamer hangen langer. „Voor de trend er was.”
Waarom: „In winkels, vooral in bloemenzaken en decoratiewinkels, zag ik dat hartjes in waren. Ik vond ze ook goed bij het kerstfeest passen, als symbool voor liefde.”
Waar vandaan: „Twee harten die voor het raam hangen zaagde ik zelf uit een schijf boomstronk en verfde ik wit. Andere vond ik op de rommelmarkt. De kaarthouder kocht ik voor 7 euro.”
Het hart van: Gerry Koning (63)
Wat: Twee hartjes van zeep –een grijze, een crème– aan een lintje. Ze hangen in de wc.
Sinds wanneer: Begin oktober.
Waarom: „Omdat ik het leuk vind staan. Ze hangen als luchtverfrisser in de wc. Toen ik ze kocht, was het nog heel bijzonder voor mij: een hartje van zeep om op te hangen had ik nog nooit gezien. Inmiddels valt het me in de winkels, bijvoorbeeld V&D en Trendhopper, wel op dat er veel hartjes zijn. Om me heen, bij mensen in huis, zie ik ze niet veel. Ik dacht altijd dat hartjes te maken hadden met de liefde, maar dat is nu blijkbaar niet meer zo. Ik zag m’n dochter een tijdje geleden metalen harten kopen. Toen dacht ik: waarom doet ze dat toch? Nu begrijp ik dat het een trend is.”
Waar vandaan: „Ik kocht ze in oktober op de Woonbeurs in Amsterdam bij een stand waar ze heel veel zeepjes in hartvorm hadden. Deze zeepjes kostten geloof ik 2 euro per stuk.”
Het hart van: Mandy Vianen (39)
Wat: Grote houten uitsnede van een hart op de vensterbank met erin een klein metalen hart; hartjes in een houten boom; stoffen hartjes op de veranda en aan kastdeuren. „Ook de wc hangt vol harten. Inmiddels krijg ik ze zelfs cadeau.”
Sinds wanneer: De uitsnede kocht Vianen anderhalf jaar geleden. De eerste stoffen hartjes hangen zo’n tweeënhalf jaar.
Waarom: „Ik vind het een mooie vorm. Het metalen hartje hing ik een jaar geleden in de uitsnede toen ik zwanger was van ons derde kindje. Ik zie dat hartjes nu een modetrend vormen, maar die volg ik niet bewust. De winkel waar ik de uitsnede kocht is naar mijn idee wel een beetje een voorloper op dat gebied.”
Waarvandaan: „De eerste stoffen hartjes kocht ik in een schattig winkeltje in Friesland.” De uitsnede komt van een interieurwinkel. „Voor zo’n 75 euro. Een rib uit m’n lijf. Maar ik wist dat ik er veel mee kon.” Andere hartjes kostten een euro op de rommelmarkt.
hart (het; -en) III voorwerp, m.n. sieraad in de vorm van –, afbeelding van een menselijk hart (volgens de traditionele voorstelling)