Intimidatie werkt verlammend
Nederland staat, anders dan Noord-Korea, Cuba en Turkije, niet op de ranglijst christenvervolging van Open Doors. Ons land behoort wel tot de sterke stijgers op de ranglijst ”publieke druk op orthodoxe christenen”. De intimidatie van de seculiere meerderheid leidt vaak tot verlammende angst; ten onrechte.
Maatschappelijke druk is de normale atmosfeer voor christenen. Als burgers van een ander koninkrijk zijn zij vreemdelingen op aarde. Ze worden getolereerd en soms gewaardeerd, maar moeten steeds voorbereid zijn op de confrontatie. Babel en Jeruzalem zijn onverzoenlijk.Christenen mogen zich niet terugtrekken uit de wereld, ze zijn immers op missie, gezonden door Hem die in een vijandige wereld gekomen is als Vredevorst. De hele wereld moet het Evangelie horen en God wil daarvoor mensen gebruiken. Christenen mogen zich ook niet aanpassen aan de wereld, zelfs niet om de boodschap aantrekkelijk te maken.
In het Nieuwe Testament betekent verdrukking letterlijk: er is geen plek voor je, ophoepelen! Prettig is het niet, nuttig soms wel. De wereld herinnert de christen eraan dat hij een beter vaderland heeft. Maatschappelijke druk is een kenmerk van genade, een insigne van Christus. De druk is ook een goed medicijn tegen wereldgelijkvormigheid.
Lichte verdrukking is iets om dankbaar voor te zijn. Vooral omdat er een belofte aan verbonden is. „In de wereld zult gij verdrukking hebben, maar hebt goede moed, Ik heb de wereld overwonnen” (Joh. 16:33).
Artikel 1
Volgens een platform van zo’n twintig leidinggevenden uit reformatorische kring moet de gereformeerde gezindte nadrukkelijker aanwezig zijn in het publieke debat en daarbij beter samenwerken. De vraag hoe dat moet, is nog niet precies beantwoord. Het is zoeken naar de juiste houding en het juiste weerwoord.
De tolerantie in de maatschappij neemt af. Dat komt door de verabsolutering van het gelijkheidsdogma. Alles wordt getolereerd, behalve intolerantie. Discriminatie is het ongelijk behandelen van gelijke gevallen. Maar bij het bepalen van wat gelijke en ongelijke gevallen zijn, moet de godsdienst zwijgen.
Als een Kamermeerderheid vindt dat homostellen kinderen kunnen adopteren, is het blijkbaar discriminatie om daar bezwaar tegen te maken. Het biologische gegeven dat er voor een kind een vader en een moeder nodig zijn, wordt opzijgeschoven. De Schepper had Zich moeten houden aan artikel 1 van de Grondwet.
De opkomst van de islam versterkt de intolerantie der toleranten. De confrontatie met een vorm van religie die niet door de verlichting heengegaan is, roept agressie en aversie op die zich ook keert tegen orthodoxe christenen. In plaats van een herbronning op de christelijke traditie is er een gelijkschakeling van religies. Religie mag, maar de seculiere synode bepaalt de grenzen van de godsdienstvrijheid.
Tactiek
Toenemende druk van buiten leidt tot meer kracht van binnen. Dat is tenminste te verwachten. Toch lijkt het voor de gereformeerde gezindte niet op te gaan. Er is eerder verwarring en angst. De tactiek van de intimidatie werkt; christenen zwijgen waar zij zouden moeten spreken.
Satan heeft verschillende aanvalstactieken: vervolgen, verdelen, verleiden en verlammen. Het zijn vier wapens uit zijn tuighuis: het bloedige zwaard, de venijnige trots, de verraderlijke dwaling en de verlammende angst. Soms komen ze samen, vaker volgen zij elkaar op. Intimidatie is vooral iets van de nadagen van de kerk.
Zoals een leeuw brult vlak voor de dodelijke sprong, zo intimideert de boze de christenheid, vlak voor de beslissende slag. Hij gaat rond als een briesende leeuw die zoekt naar zijn prooi en het angstzweet ruikt.
Symptoom van deze fase in de geestelijke strijd is het veelvuldig gebruik van het woordje nog. Christenen in een postchristelijke cultuur zijn blij met wat er ”nog” is. Er zijn nóg volle kerken. Er wordt nóg volop gepreekt. Zij hebben nóg eigen scholen.
De kerk zwijgt om erger te voorkomen. Het is een uitstel van executie. Zij werkt zelf aan de neergang mee als zij de strijd ontloopt om wat er nog is nog wat langer te behouden. Intussen laat zij zich door duivel, wereld en eigen vlees in de hoek drukken en monddood maken.
De duivel gaat rond als een briesende leeuw. De apostel Petrus, die zelf ook weet heeft van angst en intimidatie, geeft een paar praktische adviezen: Verneder je onder de krachtige hand van God (1 Petr. 5:6). De druk komt uit Zijn hand; de vijand is slechts instrument. Die hand bepaalt de mate en het einde van het lijden.
Laat die hand niet los, maar werp je met alle bekommernis op Hem, in het vertrouwen dat Hij voor je zorgt. Blijf alert en waakzaam, wees nuchter en laat je niet in slaap wiegen door de zwijmelwijn van een halfbakken christendom.
Als de leeuw springt, vlucht dan niet weg, maar blijf staan waar je staat, vast in het geloof en in de wetenschap dat lijden erbij hoort. Denk aan Christus, Die ook geleden heeft. Als je bedenkt wat het Hem gekost heeft om je Redder te zijn, wat mag het jou dan kosten om Zijn discipel te zijn?
Nostalgische mythe
Een veelgehoorde verklaring voor het gebrek aan een doorleefd getuigenis is de innerlijke uitholling van de gereformeerde gezindte. Vroeger was er authentiek geestelijk leven, nu is er slechts vorm, zonder inhoud. Deze analyse lijkt aantrekkelijk. Wie haar ontkent, is zelf oppervlakkig.
Toch is het de vraag of de analyse klopt. Wie de geschiedenis van de gereformeerde gezindte kent, weet dat deze klacht altijd al geuit is. In de periode van de Nadere Reformatie –die nu als gouden eeuw geldt– klaagden de voorgangers over het gebrek aan geestelijk leven. Jodocus van Lodenstein wilde in Utrecht zelfs het avondmaal niet meer bedienen.
Elke generatie is ontevreden en vindt dat alles vroeger beter was. Het is een nostalgische mythe. Want als het waar zou zijn, zou de gereformeerde gezindte allang verdwenen zijn.
In de Nederlandse kerkgeschiedenis zijn ook steeds perioden van opleving geweest. Opwekkingsbewegingen zetten zich radicaal af tegen de heersende cultuur en riepen verzet op. Anderzijds wisten ze door het significante verschil die cultuur wel te beïnvloeden, zoals bijvoorbeeld het Reveil.
Naast grote opwekkingen, die de kerkhistorische overzichten halen, zijn er ook steeds kleinere opwekkingsbewegingen die verdorde christenen en kerken nieuw geestelijk leven inblazen. Zo zijn er ook in de afgelopen decennia steeds perioden geweest van heropleving van het geestelijk leven door een radicale prediking van zonde en genade. Een prediking waarin Christus verhoogd wordt, zal niet vruchteloos blijven. Dat alleen is voldoende om de nostalgische luchtballon door te prikken.
Een opwekking is nooit een onvermengde zegen. Er komen bijna altijd ook krachten los die minder geestelijk zijn. Niet zelden leidt opwekking tot verdeeldheid en verwarring. Niettemin is het een krachtig werk van de Geest, een vernieuwing van de kerk.
Misschien is een oorzaak van de huidige verlamming wel het gebrek aan geloof in de mogelijkheid van geestelijke vernieuwing. De gereformeerde gezindte heeft een grote allergie ontwikkeld voor radicaliteit. Dat is wel begrijpelijk, maar ook gevaarlijk. Als er geen ruimte is voor radicale vernieuwing, wordt de Geest bedroefd en wellicht geblust.
Zuil
Een andere analyse legt de schuld van het falende getuigenis bij de reformatorische zuil. Nu mag de zuil geen bolwerk worden van vermeende veiligheid, maar de protestants-christelijke en reformatorische instellingen hebben ook veel goeds gebracht. Zonder verzuiling zou er in Nederland misschien even weinig over zijn van het orthodoxe protestantisme als in Duitsland of Engeland.
Dat orthodoxe christenen hun eigen scholen, media en politieke partijen hebben, hoeft nog niet te betekenen dat zij zich afschermen van de wereld. Een zuil is geen getto. In ieder geval klopt de analyse dat de gereformeerde gezindte te veel naar binnen gericht is niet. Orthodoxe christenen weten heel goed wat er in de wereld aan de hand is. Misschien wel te goed.
Reformatorische christenen zijn gevoelig voor hun imago. Daardoor raak je te veel naar buiten gericht en te weinig naar boven; er is meer mensenvrees dan Godsvreze. De intimidatie door de seculiere meerderheid berooft christenen van hun spontaniteit, onbevangenheid en openhartigheid. Ze zijn zichzelf kwijt, niet door zich af te schermen van de wereld, maar door te angstvallig om zich heen te kijken. Zorgvuldigheid is geboden, maar dat betekent niet dat elke uitspraak over homoseksualiteit COC-proof moet zijn.
Sommigen stellen dat mensen in de gereformeerde gezindte elkaar steeds meer de maat nemen. Ook dat is de vraag. Vorige generaties waren veel polemischer. Zij debatteerden scherp over twee of drie verbonden en over de tucht als kenmerk van de kerk. Er wordt nu veel meer gewapperd met de mantel der liefde.
Als mensen elkaar echter werkelijk liefhebben, willen zij elkaar niet kwijt. Zij kunnen juist daardoor heftig tegen elkaar tekeergaan. Het ontbreken van scherp onderling debat is een teken van postmoderne onverschilligheid over de waarheid. Christen kunnen elkaar beter om de oren slaan dan elkaar niets meer te zeggen hebben.
Prediking
Wie doordenkt over het gebrek aan een doorleefd getuigenis in de huidige context komt uiteindelijk uit bij de prediking. Dat is een gevoelig punt. Wie geroepen is om het Woord te verkondigen, weet hoe onmogelijk dat is. Als het al een keer lukt, is het bedorven door het goede gevoel dat je erover hebt.
Sommigen vinden dat de preken vooral praktisch moeten zijn. Er moet meer aandacht komen voor het staan van de christen in de wereld. Dat is altijd nuttig, maar dan dreigt toch het gevaar dat de preek verzandt in praktische raadgevingen, tips en trucs om te overleven in de wereld. Dat soort praktische prediking kan heel snel moralistisch en wettisch worden. Opwekkingsprediking is radicaal en ontmaskerend. Het raakt de hoorders omdat zij geconfronteerd worden met de diepte van de zonde en gewezen op de genade in Christus.
De gereformeerde gezindte moet de verlammende angst overwinnen. Dat kan alleen door een radicale verkondiging van de heiligheid van God. Deze prediking stelt christenen in de vrijheid en maakt hen kinderlijk afhankelijk van God en koninklijk onafhankelijk van mensen.
Orthodoxe christenen moeten niet naar binnen gericht zijn, maar evenmin naar buiten. Zij moeten naar boven gericht zijn. Zij mogen niet blijven hangen in het verleden, maar leren leven uit de toekomst van Christus. Het koninkrijk der hemelen is nabij gekomen. De Bruidegom komt, gaat uit Hem tegemoet.
In de laatste fase van de strijd tussen Babel en Jeruzalem moet de prediking profetisch zijn.
Te koop aangeboden: driedelig zwart pak.
Te koop gevraagd: kemelsharen mantel met leren gordel.