Somalische christenen bestaan
Het Britse tijdschrift The Economist schreef onlangs dat christen-zijn in het Oost-Afrikaanse land Somalië misschien wel het moeilijkst is. Toch groeit de christelijke gemeenschap van Somaliërs.
Het totale aantal christenen in Somalië past wellicht gemakkelijk in een gemiddelde dorpskerk in Nederland. Niemand weet precies hoeveel er wonen, maar zelfs de inschatting van de organisatie voor vervolgde christenen Open Doors, die het houdt het op 0,05 procent van de bevolking, lijkt nog tamelijk optimistisch. „Nul komma nul nul nog iets lijkt me realistischer”, zegt Johan van der Schuit, die sinds acht jaar werkzaam is onder Somalische christenen in de Ethiopische hoofdstad Addis Abeba. In Somalië wonen in totaal ruim 8 miljoen mensen.Christen-zijn in Somalië is op het eerste gezicht dan ook niet bepaald aantrekkelijk. Met name sinds de opkomst van de islamistische al-Shababmilities in 2005 hebben christenen het zwaar te verduren. Volgens mensenrechtenorganisaties zijn in 2009 zeker dertien christenen in het Sahelland vermoord. Een 46-jarige vrouw werd bij de plaats Jilib doodgeschoten nadat er een Bijbel in het Swahili in haar huis was gevonden. Twee jongens van 11 en 12 werden om het leven gebracht omdat hun vader weigerde informatie te geven over een ondergrondse kerk.
Al-Shabab maakt er geen geheim van christelijke „spionnen” te vermoorden. Op internet circuleert een filmpje uit 2008 waarop te zien is dat de 25-jarige ‘spion’ Mansuur Mohamed vermoord wordt. Mohamed werkte voor een hulporganisatie en bekeerde zich in 2005 tot het christendom. Hoewel Somalië de facto geregeerd wordt door een overgangsregering, heeft al-Shabab in veel regio’s de touwtjes in handen. Het gezag van de officiële regering reikt niet veel verder dan een paar vierkante kilometer in Mogadishu.
Identiteit
Het christendom heeft in Somalië nooit echt voet aan de grond gekregen. „Na honderd jaar zendingswerk in Somalië bestaat er nog altijd geen zelfstandige Somalische kerk”, aldus Van der Schuit, die momenteel voor enige tijd in Nederland verblijft. Sinds 1974 is zending binnen de landsgrenzen nadrukkelijk verboden.
Voor veel Somaliërs is het islamitisch geloof onlosmakelijk verbonden met hun identiteit. „Een Somalische christen is een oxymoron”, schrijft een Somaliër in een discussie op de website somalionline.com over de vraag of er Somalische christenen bestaan. Meerdere bloggers delen zijn mening dat een ”Somalische christen” niet bestaat, net zo min als een kleine reus. Sommigen geven toe dat er wel Somalische christenen zijn, maar tekenen daarbij aan dat die daarmee hun identiteit verloochend hebben.
Van der Schuit zegt dat Somaliërs na hun bekering uit de familieclan worden gestoten, en daarmee ”idla” worden, volledig geïsoleerd van de gemeenschap. Dat grijpt diep in. In Somalië is de clan alles. Wanneer je niet meer bij de clan hoort, ben je in feite rechteloos. Het vinden van een baan en een huwelijkspartner zijn bijvoorbeeld ook clanaangelegenheden. Overleven buiten de clan is nagenoeg onmogelijk.
Afvalligheid van de islam wordt als een grote schande gezien, die door de clan bestraft moet worden. Islamitische leiders zullen erop aandringen dat een afvallige gedood wordt. Als de eigen clan het niet doet, doet een fundamentalistische groepering het wel.
Van der Schuit kent het verhaal van een Somalische christen die in Addis Abeba woonde en door zijn familie teruggelokt werd voor een bezoek aan Somalië. In plaats van hartelijk te worden ontvangen, werd hij vermoord. Daarmee was de schande voor de familie afgewenteld.
In sommige gevallen blijft moord uit, maar vindt er wel geestelijke intimidatie plaats. Van der Schuit: „Ik weet van een christen in de (semionafhankelijke, MW) regio Somaliland die regelmatig ’s nachts gestoord wordt door mensen die op zijn deur bonzen en dergelijke dingen. Toen hij van huis was, zijn een keer al zijn spullen op straat gezet. Dat soort acties is op den duur ook slopend.”
Groei
De christenen die in Somalië wonen, komen soms in huisgemeenten samen. Een zichtbare kerk is er niet. Er zouden gemeenschappen van de Kerk van de Nazarener zijn, maar openbare bijeenkomsten houden die in ieder geval niet. Van de rooms-katholieke kathedraal in Mogadishu, jarenlang een beeldbepalend gebouw in de stad met twee torens, is slechts een ruïne over.
De meeste Somalische christenen leven buiten hun geboorteland. In Addis Abeba wonen volgens Van der Schuit zo’n 50.000 Somaliërs, van wie er ongeveer 100 christen zijn. Veel Somaliërs komen naar Ethiopië om daar bij een van de westerse ambassades in de stad asiel aan te vragen. Als ze geen visum krijgen, keren ze terug naar hun geboorteland. Een deel van de christenen in Addis Abeba kwam daar tot geloof, terwijl een ander deel juist vanwege het christelijk geloof uit Somalië vluchtte.
De christenen verkeren ook in Ethiopië in een moeilijke positie. Vanwege hun bekering krijgen ze geen financiële steun meer van hun familie in Somalië of in Europa. Als hun asielaanvraag voor een Europees land is afgewezen, zit er voor hen weinig anders op dan in Addis Abeba te blijven. Daar zitten ze veelal echter illegaal. De Ethiopische regering gedoogt dat ruimhartig, maar werk vinden is niet mogelijk. Gevolg is dat deze christenen vaak volledig afhankelijk zijn van westerse organisaties.
Van der Schuit: „Het gevolg is dat mede-Somaliërs zeggen dat hun landgenoten enkel christen zijn geworden om het geld. Dat komt het getuigenis niet ten goede.” Daarom wil Van der Schuit met andere christelijke organisaties projecten opzetten om deze christenen aan werk te helpen.
Ondanks de moeilijkheden in eigen land en daarbuiten groeit het aantal christenen onder Somaliërs echter. „Ik heb zendelingen gesproken die jaren in Somalië hebben gewerkt zonder zichtbaar resultaat. Nu komen er echter met grote regelmaat mensen tot bekering. Het gaat niet om honderden mensen, maar wel om tientallen.”
Denken ze misschien dat ze als christen makkelijker in Europa komen? Van der Schuit gelooft van niet. „Het bijzondere is dat mensen door de filmpjes op internet waarop te zien is dat christenen worden vermoord soms juist tot geloof komen. Ze zien dat het de betrokkene echt om het geloof te doen was en niet om geld of ander gewin. Als dat laatste zo was, hadden ze zich niet laten vermoorden. Het uitspreken van één zinnetje („Er is maar één God, Allah, en Mohammed is zijn profeet”) zou genoeg geweest zijn om in leven te blijven. Er is dus iets anders en dat maakt nieuwsgierig.”
Trouwen
De honderd christenen in Addis Abeba komen op verschillende plaatsen in huisgemeenten samen, zegt Van der Schuit. Van een kerk is geen sprake. De Somaliërs zijn afkomstig uit verschillende clans en regio’s en dat bemoeilijkt het onderlinge contact. Ook bestaat er soms enige wrijving tussen Somaliërs die open voor hun geloof uitkomen en landgenoten die uit angst een meer ingetogen profiel aannemen.
Toch heeft Van der Schuit goede hoop dat er binnenkort voor het eerst sprake zal zijn van een Somalische kerkgemeenschap. „Bij diverse gelegenheden ontmoeten christenen elkaar al, zoals bij begrafenissen van christelijke landgenoten. Dat is goed voor het vertrouwen over en weer.” Bovendien hebben de christenen elkaar nodig, ook bij praktische zaken als een huwelijk. „Vind als Somalische christenman maar eens een christenvrouw uit je eigen land.”
Dat laatste is zonder meer een probleem, temeer omdat 80 tot 90 procent van de Somalische christengemeenschap in Addis Abeba uit mannen bestaat. Sommigen van hen zijn inmiddels met een Ethiopische vrouw getrouwd. „Somalische vrouwen zijn moeilijker te bereiken met het Evangelie”, zegt Van der Schuit. „Mannen zijn mobieler en maken meer gebruik van internet. Daarnaast is het analfabetisme onder vrouwen groter.”
Integratie van Somalische christenen in bestaande Ethiopische kerken is moeilijk, aldus Van der Schuit. „De protestantse kerken van Ethiopië zijn voor veel Somaliërs veel te charismatisch en uitbundig. Somaliërs houden in de regel meer van ingetogen diensten. Dat zijn ze vanuit hun islamitische achtergrond ook meer gewend. Ik geloof bovendien dat het goed is dat ieder in zijn eigen culturele setting God kan eren.”
Radio
Zending binnen de landsgrenzen van Somalië is verboden, maar door internet en radio kan een toenemend aantal Somaliërs zich van het christelijk geloof op de hoogte stellen. Een zender als The Voice of New Life is in Somalië te ontvangen en krijgt via de mail tientallen reacties.
Die zijn overigens niet altijd positief. „Wees ervan bewust dat jullie in de handen van de heilige strijders zullen vallen. Als jullie je niet bekeren, wil God dat jullie als ongelovige zullen sterven. Moge God jullie de mond, die de profeet beledigt, snoeren”, reageerde een inwoner van Mogadishu onlangs.
Anderen geven echter aan dat ze geïnteresseerd zijn geraakt. „Ik zou graag met jullie van gedachten wisselen over jullie programma’s, als jullie dat goed vinden. Vrede zij jullie”, schrijft een Somaliër die aangeeft op een missieschool in Somalië eerder van het Evangelie te hebben gehoord.
Het maakt Van der Schuit hoopvol. „Het geeft ook de Somalische christenen moed. Ze hebben er geloof in, er is perspectief. Het Evangelie gaat altijd door.”
De naam van Johan van der Schuit is om veiligheidsredenen gefingeerd.
„Ze slaan me en schreeuwen tegen me dat ze me haten”
Niet alleen in Somalië, maar ook in de Somalische regio’s in de buurlanden hebben christenen het zwaar. De regio Ogaden in Ethiopië en het noordoosten van Kenia staan als semionafhankelijke regio’s in feite onder Somalisch beheer. In Ogaden zit al zes maanden de Somalische christen Bashir vast, enkel vanwege het feit dat hij in het bezit van verschillende Bijbels was.
Bashir wist onlangs een briefje uit de gevangenis te smokkelen waarin hij schrijft over zijn situatie. „De vlag van ons land (Ethiopië, MW) staat naast ons, maar kan ons niet beschermen”, schrijft hij. „Jullie weten dat ik nu al zes maanden onterecht gevangenzit. Ze beginnen me nu te mishandelen. Bewakers slaan me en schreeuwen tegen me dat ze me haten. Ik heb geen kracht om dit te verdragen. Moge God me bijstaan. Het is waardig te lijden om het Evangelie en ik ben er trots op, maar tegelijkertijd is het bijzonder pijnlijk mezelf weerloos te zien en in elkaar geslagen.”
Bashir schrijft dat hij behandeling van een hoofdwond door een dokter nodig heeft. Hij verwacht echter niet dat het mogelijk is. „Ik weet dat God het toestaat dat dit gebeurt en dat Hij me kan beschermen. Maar wie kent Zijn plan?” schrijft hij.
Bashir probeert zijn zaak voor een federaal hof te krijgen, zodat hij direct onder bescherming van de Ethiopische constitutie valt. „Ik weet niet wat er met de federale regering aan de hand is. Zij lijkt te slapen en laat mensen in dit deel van het land lijden onder het wetteloze gedrag van deze regionale autoriteiten.”
De Nederlandse ambassade in Addis Abeba heeft de zaak inmiddels in onderzoek.