Help jongere Bijbellezen
Jongeren gaan alleen zelf de Bijbel lezen als zij ontdekken dat deze betrekking heeft op hun eigen leven, stelt ds. M. J. Schuurman. Dat vraagt om een creatieve omgang met de Schrift in prediking, catechese en pastoraat.
Een groot deel van de reformatorische jongeren leest nauwelijks in de Bijbel. Dat was een van de conclusies van een onderzoek dat onlangs door het Landelijk Contact Jeugdwerk (LCJ) in de Christelijke Gereformeerde Kerken werd gepresenteerd.Ik denk dat deze uitslag voor de meeste catecheten niet eens zo schokkend is, omdat zij dat wekelijks op catechisatie ervaren. Veel jongeren hebben überhaupt moeite om een tekst te lezen en die direct te begrijpen. Omdat de Bijbel vanuit zichzelf al niet gemakkelijk is, ligt er al bij voorbaat een drempel.
Er zijn naar mijn idee ook andere factoren waardoor jongeren minder uit de Bijbel lezen dan wenselijk zou zijn. Het verbaast mij dat in reformatorische catechesemethoden nauwelijks wordt uitgelegd hoe je dat doet: Bijbellezen. Er wordt wel van uitgegaan dat het belangrijk is, maar de catechisant wordt niet geholpen op dit vlak. Hij moet het zelf ontdekken. Catechese zou veel meer ook een vorm van inwijding moeten zijn.
Bovendien is het gebruik van de Bijbel vaak clichématig. Zelden wordt het spannend. Zelden heeft het Bijbelgebruik impact op de eigen existentie. De Bijbel wordt eigenlijk alleen confronterend toegepast op ethisch vlak. Dan is het de bedoeling dat jongeren zich bepaalde reformatorische normen en waarden eigen maken.
Postmodern
De cognitieve manier van Bijbelgebruik plaatst de jongere op een afstand van de Bijbel. Vanuit de didactiek is immers bekend dat cognitief leren vaak afstandelijker is en buiten de eigen existentie omgaat. Het eigen bestaan gaat eerder meedoen als er via ervaring wordt geleerd. Jongeren worden alleen gestimuleerd om zelf de Bijbel te lezen als zij ontdekken dat de Bijbel betrekking heeft op hun eigen leven en als zij ervaren dat je de Bijbel op een spannende en originele manier kunt lezen.
De reformatorische traditie gaat ervan uit dat de Heere ons door middel van Zijn Woord aanspreekt en dus onze hele existentie op het spel staat. Van belang is dus dat jongeren in staat zijn om de verbinding te leggen tussen hun eigen leven en de Schrift. En dat lukt vaak niet. Omdat het niet is aangeleerd.
Eigenlijk is dat merkwaardig. Want in deze postmoderne tijd is er veel aandacht voor. Onlangs is in deze krant een discussie gevoerd over postmodern gereformeerd zijn. Juist als het gaat om het stimuleren van het lezen van de Bijbel kunnen wij als reformatorischen winst doen met de postmoderniteit.
Door de postmoderniteit is er aandacht gekomen voor het vreemde van de Schrift. De Schrift is niet bij voorbaat duidelijk. De Schrift is troostend, maar ook confronterend. Het gaat erom dat het eigen leven zo direct in contact komt met de Schrift dat het eigen leven en de wereld van de Schrift met elkaar versmelten.
Op die manier is de werkelijkheid van de Heere niet iets dat buiten ons om gaat, maar komt ons leven in de werkelijkheid van de Heere te staan. Zoals dat met de herders gebeurde: de heerlijkheid des Heeren kwam over hen heen.
Deze versmelting is tegelijkertijd spannend. Naar mijn idee is het daarom gemakkelijker om in deze tijd het Woord van God te verkondigen dan enkele decennia geleden. Het vraagt wel veel creativiteit. Daar staat tegenover dat dit tegemoetkomt aan een verlangen in de gemeente, ook onder jongeren, om daadwerkelijk aangesproken te worden door het Woord van God.
Klaagpsalmen
De Schrift is zelf ook existentieel. De Bijbel staat vol met worstelingen met God. In het oudtestamentische onderzoek is er veel aandacht voor de klachten zoals die in Psalmen als Psalm 88 voorkomen. Daarbij is het inzicht ontstaan dat de psalmdichters juist in de diepte vastgehouden worden door de band met de Heere. Wanneer jongeren in contact gebracht worden met de klaagpsalmen gaat er een wereld voor hen open. Zij zien hierin hun eigen worstelingen. De Psalmen kunnen onze nood verwoorden.
Op die manier kunnen kinderen en jongeren de wereld van de Schrift worden binnengeleid. Deze inwijding in de Schrift kan niet creatief genoeg gebeuren. Inwijding betekent ook dat Schriftwoorden aangereikt dienen te worden. Door bijvoorbeeld na de catechisatie korte overdenkingen over het besproken thema mee te geven. Door op belangrijke momenten een Bijbeltekst mee te geven. Door de existentiële kant van de Schrift in prediking, pastoraat en catechese mee te nemen.
Jongeren zijn geholpen bij een existentiële, creatieve en spannende lezing van de Schrift. Om het heilgeheim van Christus te ontdekken. Zodat zij zien dat de Bijbel inhaakt op hun eigen leven.
De auteur is predikant van de hervormde gemeenten Ilpendam en Watergang.