Meer vrouwen laten uitstrijkje maken
Van de vrouwen die baarmoederhalskanker krijgen, heeft ongeveer een derde nooit een uitstrijkje laten maken. Dit zijn er minder dan voorheen, blijkt uit onderzoek van VU Medisch Centrum.
Een van de onderzoekers, patholoog Folkert van Kemenade, bevestigde maandag een bericht hierover in het AD.In 2006 en 2007 werd baarmoederhalskanker in Nederland bij 1037 vrouwen geconstateerd. Van hen had 34 procent nooit meegedaan aan bevolkingsonderzoek.
In de periode 1994-1998 was dat nog 55 procent. Toch kan de opkomst nog steeds beter, aldus Van Kemenade.
Het aantal foute uitstrijkjes is afgenomen, komt verder uit de navorsingen van VU medisch centrum naar voren. Een derde deel van de vrouwen die wel een uitstrijkje hadden laten maken en toch de ziekte kregen, had bij de uitslag van dit uitstrijkje te horen gekregen dat er niets was gevonden. In de periode daarvoor was dat nog meer dan de helft.
Alle vrouwen van 30 tot 60 jaar krijgen om de vijf jaar een uitnodiging voor bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker. De test is niet perfect. Soms wordt deze niet goed geïnterpreteerd of zijn afwijkende cellen niet te zien.
De effectiviteit van het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker kan worden vergroot door een hogere opkomst.
Om het opkomstcijfer voor uitstrijkjes te verbeteren, pleit patholoog Van Kemenade ervoor huisartsen beter te belonen als zij meer vrouwen overhalen langs te komen voor het uitstrijkje. Ook werkt een thuistest mogelijk drempelverlagend.
