Kerk & religie

De ideale preek: kort, klaar en krachtig

Otto van Eck, zoontje van een deftige Haagse advocaat, ging elke zondag „naar de predikatie.” Papa en mama moedigden hem aan een dagboek bij te houden en na afloop van de preek schreef hij braaf zijn indrukken op. Op 25 oktober 1791 noteerde Otto over dominee Bril: „Van zijn preek heb ik niet veel verstaen omdat ze wat onbegrijpelijk was.”

21 December 2009 08:23Gewijzigd op 14 November 2020 09:26
Ouderlingen in de Nieuwe Kerk in Amsterdam omstreeks 1894. Schilderij van Bernard de Hoog.
Ouderlingen in de Nieuwe Kerk in Amsterdam omstreeks 1894. Schilderij van Bernard de Hoog.

De preek is het belangrijkste middel –ofwel medium– dat de kerk tot haar beschikking heeft om de christelijke boodschap te verspreiden. Maar niet de enige, want ook via liederen, beelden, prenten, pamfletten, brochures, boeken, kranten, radio en televisie vindt er overdracht plaats. In het 33e deel van de reeks ”Geloof in Nederland”, dat morgen verschijnt, beschrijft historicus prof. dr. Joris van Eijnatten de relatie tussen geloof en media.In alle middeleeuwse preken werden de regels der welsprekendheid toegepast, aldus Van Eijnatten. Zo was het spelen met getallen een populaire retorische truc. Drie stond dan voor de drie-eenheid en de deugden geloof, hoop en liefde. Vier wees op de vier kerkvaders, de vier evangelisten en de vier rivieren van het paradijs. „Predikanten maakten ermee duidelijk dat alles in de wereld een diepere betekenis had, terwijl het publiek ze gebruikte als geheugensteun.”

Harige oorlog
Calvinistische hagenpredikers brachten in de zestiende eeuw grote groepen mensen bijeen. Hun toespraken buiten de stadsmuren, in bossen en velden, werden aanvankelijk oogluikend toegestaan. Op Walcheren stonden langs het pad naar de duinen zelfs verkeersregelaars om mensen de weg te wijzen naar de plaats waar het Woord van God „recht gepredikt” werd.

De kerk maakte graag gebruik van de kansel om het volk op te voeden. Zo woedde in het zeventiende-eeuwse Dordrecht zelfs een „hairige oorlog”, nadat ds. Jacobus Borstius luidruchtig zijn mening had verkondigd dat mannen met lang haar een Bijbels verbod overtraden.

Maria Boter uit Middelburg stenografeerde de preken van ds. Bernardus Smijtegelt. De predikant gaf 145 redevoeringen ten beste over een en dezelfde Bijbelpassage: God zal het gekrookte riet niet verbreken.

Eentonigheid
Een eeuw later kenmerkte de ideale preek zich door de drie k’s: kort, klaar en krachtig. Op zondag 10 maart 1822 schreef de directeur van de Nederlands Handel-Maatschappij, Willem de Clercq, over de doopsgezinde voorganger Samuel Muller: „Jammer dat Muller dat hartelijke, dat verhevene, dat hij in het gewoon onderhoud bezit zoo weinig in zijn leerredenen overbrengt, waarin altoos een zekere eentonigheid heerscht.”

In de snel moderniserende wereld van de twintigste eeuw gaven christelijke radiosprekers de achterban vingerwijzingen voor het dagelijks leven. „Op grond van Gods Woord kan nooit iemand zeggen, dat kort haar dragen zonde is”, aldus de gezaghebbende Johannes Francken in zijn vragenuurtje („veel vragen één antwoord”) op de NCRV-radio in 1936. „Misschien”, zegt Van Eijnatten, „heeft zijn advies nog een twintigste-eeuwse harige oorlog voorkomen.”

Dit is het 29e deel in een serie over geloven in Nederland. Aanleiding is de uitgave van de reeks ”Geloof in Nederland”.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer