Noodzaak
„Want ik heb niet voorgenomen iets te weten onder u dan Jezus Christus, en Dien gekruisigd.” 1 Korinthe 2:2
We zijn gewoon te zeggen dat we allen zondaars zijn. Want wie kan zeggen: ik heb niet gezondigd? Bedenk dan wel dat uw zonden en uw schandvlekken niet zijn als de vlekken van Gods kinderen. Zij zondigen wel, maar zij haten hun zonden, zij zuchten en zijn erover vermoeid. Met u is het anders. U bemint uw zonden en schept er een vermaak in. U wilt ze niet verlaten, maar u leeft er moedwillig en tegen uw geweten in. Dan bent u in de macht en de heerschappij van de zonde.Merk op de zware oordelen die u ter wille van de zonden boven het hoofd hangen. U bent door God vervloekt en u ligt in dit leven open voor al Zijn oordelen om in het hiernamaals met de duivelen voor eeuwig gepijnigd te worden en uw tanden te knersen tot in alle eeuwigheid. Want zo u leeft en sterft zonder Christus, zult u bij hen zijn. Ja, indien er één zonde is waarin ik met vermaak leef, zal die mij verdoemen. Onder welke bergen van toorn moet ik dan liggen als ik schuldig ben aan zo veel bergen van zonde?
Zeg mij eens, met droefheid, hebt u wel iemand meer nodig dan een Zaligmaker tot vergeving van uw zonden?
John Wall, predikant te Londen
(”Niemand dan Christus”, 1664)