Elke euro is vijf jaar na tsunami nog steeds gewenst
„Die geur en sfeer is het ergste wat ik ooit heb meegemaakt. Ik viel over een been, zag een schoentje, een tandenborstel, en realiseerde me dat daar kort geleden nog een huis stond. Ik dacht: My goodness, wat is hier gebeurd?" Vijf jaar na de verwoestende tsunami in het zuidoosten en zuiden van Azië, op tweede kerstdag 2004, heeft de Haagse Marja van Leeuwen nog steeds heldere herinneringen aan de eerste keer na de tsunami dat ze op Sri Lanka aankwam. Op 27 december, met 24 dozen in allerijl bij elkaar gesprokkelde medicijnen.
Maar dat was voor Marja niet genoeg. Ze pakte het groter aan en bedacht het plan voor een kindertehuis. Van alle kanten stroomde de hulp voor haar initiatief toe. „Het was ongelooflijk wat een enthousiasme ik meemaakte. Er kwamen 350 vrijwilligers met hun gereedschap naar Sri Lanka om met de lokale bevolking dat huis te bouwen. Bedrijven boden om niet hun hulp aan".Vijf jaar later is wat als een spontane, particuliere actie begon – „even een hulpactie tussendoor" – uitgegroeid tot een fulltime baan. Het tehuis is ondergebracht in een stichting: de stichting Weeshuis Sri Lanka. Honderd dagen na de vloedgolf opende ze er het Somawathi Holland House of Hope. Inmiddels is het tehuis uitgegroeid tot een compleet kinderdorp. „Eerst was het vooral traumaopvang. De kinderen durfden niet onder de douche, zo bang waren ze voor water. Met tuinslangen en kinderbadjes hebben we ze weer vertrouwd gemaakt met water. "
„Er wonen nu 128 kinderen, wezen, half wezen of verlaten kinderen tussen de drie en de veertien jaar oud. Het dorp, in omvang 40.000 vierkante meter, wordt op Sri Lankaanse wijze gerund door 72 Sri Lankanen", aldus Van Leeuwen. Verder staan er een medische post, met een tandarts, laboratorium, vaccinatiecentrum en een huisarts voor meer dan duizend patiënten uit de regio. Van het educatiecentrum maken inmiddels 350 kinderen gebruik, op de Montessori–kleuterschool zitten 75 kindjes. „Het doel is kinderen op hun achttiende een volwaardig bestaan te geven".
De stichting is afhankelijk van geld uit fondsen, van vaste donateurs en uit speciale acties. Jaarlijks heeft Van Leeuwen 350.000 euro nodig om het dorp draaiende te houden. De afgelopen jaren is dat steeds gelukt. „Ik blijf elke dag bezig met het werven van fondsen. Ik voel me daartoe verplicht. Als het in je vermogen ligt om iets te doen, móet je dat doen".
Van oorsprong is ze docent marketing. De kwaliteiten van marketingvrouw zet ze vandaag de dag met verve in. Vol enthousiasme loopt ze nog steeds de deur plat bij grote en kleine bedrijven voor financiële steun. „Een euro lijkt een druppel. Maar als ’ie maar plonst".
Haar tehuis blijft nodig, aldus Van Leeuwen. „De armoede is er nog steeds groot, hoewel het toerisme gelukkig weer op begint te krabbelen. Ik mag hopen dat het over tien jaar beter gaat met het land. Ons huis is dan om te bouwen tot educatief kenniscentrum of ouderencentrum. Je moet dat afstemmen op de behoefte van het land en de situatie".