Temperatuur over 2001 extreem hoog
De gemiddelde temperatuur over 2001 zal naar verwachting de op een na hoogste worden sinds men 140 jaar geleden met de registratie van wereldjaargemiddelden begon. De World Meteorological Organization (WMO) heeft dit dinsdag bekendgemaakt.
Volgens een van de bestuurders van de VN-organisatie, Michel Jarraud, heeft de temperatuurstijging geleid tot een toename van abnormale weersverschijnselen als stormen en droogten. Ook is de intensiteit van de uitzonderlijke weertypes groter dan voorheen. „Temperaturen worden hoger en dat gaat sneller dan ooit tevoren", aldus Jarraud. Negen van de tien warmste jaren van de afgelopen vier decennia vielen in de jaren '90 en de temperaturen stijgen driemaal zo snel als in het begin van de twintigste eeuw.
De WMO voorspelt voor dit jaar een wereldwijde oppervlaktetemperatuur die 0,42 graden Celsius hoger is dan het gemiddelde over de afgelopen veertig jaar, te weten 14 graden. Het warmterecord werd genoteerd in 1998. Ook 1997, 1995 en 1990 staan in de top vijf van warmste jaren.
Ken Davidson, directeur van de WMO-afdeling die zich bezighoudt met het onderzoek naar klimaatverandering, meent dat de temperatuurstijging moet worden toegeschreven aan het broeikaseffect. „De aanwijzingen die we nu hebben, laten zien dat er een wereldwijde temperatuurstijging is en dat het grootste deel daarvan het gevolg is van menselijk handelen."
Onderhandelaars van 165 landen besloten vorige maand op een klimaatconferentie in Marokko tot afspraken over de uitvoering van het uit 1997 daterende Protocol van Kyoto, waarin de geïndustrialiseerde landen worden opgeroepen hun CO-uitstoot te beperken. De Verenigde Staten, de grootste vervuiler van de wereld, hebben het akkoord afgewezen.
Jarraud verklaarde dat de voortdurende vervuiling van de atmosfeer tal van risico’s met zich meebrengt, zoals een stijging van de zeespiegel door het smelten van het poolijs. Hij wees erop dat veel van de snelst groeiende steden bij zee liggen en te kampen kunnen krijgen met overstromingen, gronderosie en vervuiling van zoetwatergebieden door zout water.
De WMO waarschuwt verder voor een toename van abnormale weersverschijnselen. Mondiale temperatuurstijgingen en verschijnselen als El Niño en La Niña, een extreme stijging dan wel afkoeling van het water van het centrale gedeelte van de Stille Oceaan, veroorzaken scherpe weerschommelingen. Voorbeelden daarvan zijn er te over: in januari werd min 70 graden Celsius gemeten in Siberië en Mongolië, terwijl in Alaska de gemiddelde wintertemperatuur slechts min 2 graden bedroeg; in juni geselde de tropische storm Allison de Golf van Mexico en eiste 41 mensenlevens in een aantal Amerikaanse staten; Algerije, Mozambique en Zambia hadden in het voorjaar enorme wateroverlast, terwijl Somalië en Ethiopië opnieuw met uitzonderlijke droogte kampten.