„Waardering krijg je als je die verdient”
Thijs van Daalen is Statenlid in Flevoland en voorzitter van de ChristenUnie. „Je hebt aan beide afzonderlijk geen dagtaak, maar samen is het best wel druk.” Over het werk in de provincie is hij positief. De provincie is volgens hem niet overbodig, en statenleden moeten niet klagen over te weinig waardering. „Ik sta op het standpunt dat je waardering moet verdienen. Als je geen waardering krijgt, verdien je die waarschijnlijk ook niet.”
Waarom zit u eigenlijk in de Staten?
„Omdat ik het aantrekkelijk vind als christen in de politiek te zitten. De provincie is een onbekende, maar wel uitdagende bestuurslaag.”
Wat merkt de kiezer daarvan?
„De kiezer kan daar wel degelijk wat van merken. Zo hebben we hier als ChristenUnie in Flevoland de laatste jaren aandacht gevraagd voor twee thema’s. In de eerste plaats is dat de medische zorg, omdat er een tekort is, zeker aan identiteitsgebonden zorg. In de tweede plaats zijn we met de eigen agrarische kiezers om de tafel gaan zitten om te praten over de toekomst van de landbouw. Dat leeft bij de mensen.”
Wat zijn de belangrijkste punten die u de achterliggende jaren hebt bereikt?
„Ik kom dan weer bij de thema’s landbouw en zorg. Het leuke is dat daar in het begin weinig aandacht voor was in de Staten. Nu mogen we gelukkig concluderen dat ook andere partijen -ik denk dan bij voorbeeld aan het CDA- er meer aandacht voor hebben gekregen. Met bereikbaarheid is het precies hetzelfde. Zowel CDA als VVD praten nu nota bene over een bereikbaarheidsoffensief dat moet worden gestart in de provincie. En dat terwijl wij daar een paar jaar geleden absoluut nog geen steun voor kregen.”
Wat is voor u een speerpunt voor de komende periode?
„Bereikbaarheid. Dat is gigantisch belangrijk. We lopen hier echt tegen de grenzen van onze mogelijkheden aan. Ook over het zorgaanbod in deze provincie moeten we goed met elkaar nadenken. In alle delen van de provincie, niet alleen rond Almere, moet voldoende zorgaanbod zijn. Het is bekend dat specialisten en zorginstellingen nauwelijks weten waar onze provincie ligt. Wij vinden dat we die leemte in hun kennis zodanig moeten invullen dat ze hier wel naar toekomen.”
„Op dit moment hebben we een college van VVD, CDA en PvdA. De VVD is de grootste partij, maar wij vinden dat ze zich weinig profileren. De partij, die 14 zetels bezet in de Staten, laat het allemaal aan de gedeputeerden over. Als de ChristenUnie op 4 zetels blijft, is er wat ons betreft zeker de bereidheid na te denken over het dragen van bestuursverantwoordelijkheid. Het voordeel is namelijk dat je dan dicht bij het vuur zit en dingen op de agenda kunt zetten. Dus heb je dan ook meer invloed. Maar nogmaals: dan moeten we in zetelaantal niet teruglopen, anders lijkt het me niet verstandig.”
Moet het aantal Statenleden omlaag gaan, zoals in een wet staat die nu bij de Eerste Kamer ligt?
„Dat vind ik een dilemma, en toch zeg ik stellig nee. Ik vind de argumentatie van dit plan ook niet valide. Je bereikt volgens mij geen vermindering van de stroperigheid van het provinciale apparaat door het aantal statenleden te verminderen. Wel vind ik dat de statenleden moeten gaan doen waarvoor ze er zitten. Voor kleine partijen betekent het inleveren van zetels altijd een verzwaring van de werkzaamheden. En dat is geen goede zaak. Het is nu al druk genoeg.”
Reageert u eens op de volgende stellingen:
De provincie is een log, overbodig bestuursapparaat.
„Nee. Zo’n stelling is te breed. De provincie is niet overbodig, soms wel log. De provincie moet meer ondernemer worden, dat wel.”
Als burgers niet weten waar de provincie over gaat, is dat hun eigen schuld.
„Ja. Ze kunnen het weten. Al geef ik direct toe dat de voorlichting vanuit de provincie niet altijd geweldig. We hebben een goeie website, maar wie kijkt er op? Het is vaak een kwestie van interesse bij de mensen.”
Het landelijk gebied moet open blijven.
Ja. En wat Flevoland betreft, zeg ik dan direct: ook in het zuidelijk deel van de provincie moet er een landelijk gebied blijven. Woningbouw moet beter over de provincie verspreid worden. Wij zijn niet tegen het bouwen van 60.000 nieuwe huizen tot 2030, maar wij zijn er wel tegen dat die allemaal bij Almere gebouwd worden.”
De provincie kan moeilijk concrete verbeteringen op sociaal gebied bereiken.
„Dat is waar. De provincie heeft de instrumenten niet. Ze heeft daar over het algemeen geen financiële middelen voor. Ze hebben alleen hun mondje en moeten het in overleg met de wethouders in gemeenten voor elkaar zien te krijgen. Omdat de provincie de middelen niet heeft, zitten ze ook te vaak aan het eind van de pijplijn.”
De provincie moet geen geld steken in evenementen, zeker niet op zondag.
„Mee eens. Absoluut geen geld voor evenementen die alleen op zondag worden georganiseerd. Dat wil ik er wel bijzeggen, omdat we niet tegen evenementen op zich zijn. Zo hebben we in deze provincie een jaarlijks gospelfestival. Dat vinden we prima.”
Burgers mogen wel eens wat meer waardering hebben voor het werk van statenleden.
„Statenleden moeten die waardering verdienen. Als je die waardering niet krijgt, verdien je die waarschijnlijk ook niet.”