Dat schrijven medische onderzoekers zaterdag in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde. Het is de eerste keer dat de sterfte onder asielzoekers is onderzocht.

De onderzoekers brachten het aantal doden en de doodsoorzaak in kaart van asielzoekers die in 1998 en 1999 in de officiële opvang zaten. Het ging toen in totaal om ruim 90.000 asielzoekers, van wie er 156 overleden, 115 mannen en 41 vrouwen. Bij 49 van hen ging het om een niet-natuurlijke dood en vijftien hadden een infectieziekte. Verder werden veertien kinderen dood geboren. Anders dan tevoren gedacht, bleek de kindersterfte vrijwel niet af te wijken van het gemiddelde in Nederland.

Veel meer mannelijke dan vrouwelijke asielzoekers stierven. Alleen jongens tussen de 5 en 19 jaar verdronken. Zwemles is volgens de onderzoekers een simpele oplossing hiervoor. De sterfte tussen de 20 en 39 jaar kwam vooral door ongevallen, moord, doodslag en suïcide. Geen enkele vrouw verdronk of stierf door extern geweld. Wel pleegden twee vrouwen zelfmoord, evenals achttien mannen.

De onderzoekers vinden de vele gevallen van zelfdoding verontrustend. Ze wijzen erop dat 80 tot 90 procent van de asielzoekers psychische klachten heeft. Tussen de 6 en 11 procent heeft een posttraumatische stressstoornis. De onderzoekers bepleiten meer aandacht voor deze psychiatrische problemen en gerichte hulp, zodat veel problemen in de opvang zijn te voorkomen.