Rechter: Verbod kruisketting conducteur terecht
Het Gemeentelijk Vervoerbedrijf (GVB) Amsterdam mag medewerkers verbieden tijdens werktijd zichtbaar kettingen over het uniform te dragen.
Dat heeft de rechter in Amsterdam maandag beslist.Een tramconducteur mocht na tien jaar geen kettinkje met een kruis tijdens zijn werk meer dragen. Hij bracht de zaak voor de rechter. „Het kruis is voor mij alles. Het is een teken van de liefde van Jezus Christus Die Hij aan het kruis aan mij heeft gegeven”, aldus de conducteur eerder. De man wees erop dat moslima’s wel een hoofddoek mogen dragen.
De kortgedingrechter in Amsterdam noemt het verbod van het GVB om tijdens werktijd geen zichtbare sieraden te dragen „niet onredelijk met het oog op de vereiste veiligheidsmaatregelen en de wens van een uniforme en professionele uitstraling.”
De rechter acht discriminatie naar geloof „niet naar de orde”. „Omdat het gaat om een algemeen verbod om kettingen over het uniform te dragen en het de medewerkers van het GVB vrij staat om op andere gepaste wijze uiting te geven aan hun geloofsovertuiging, bijvoorbeeld door middel van een armband of ring met een kruis.”
De rechter stelt dat het GVB de conducteur die mogelijkheden heeft aangeboden. „Maar die zijn door hem van de hand gewezen.”
De rechter gaat in de uitspraak ook in op de vergelijking met de hoofddoek. „Het GVB staat het dragen van een specifieke hoofddoek met GVB-logo als onderdeel van het uniform toe. Het verbod om zichtbaar kettingen te dragen is hiermee niet in strijd. Er is geen sprake van schending van het verbod op discriminatie vanwege godsdienst. Het is immers geoorloofd om op andere wijze uiting te geven aan de geloofsovertuiging.”