Ebadi kreeg de prijs in 2003 voor haar inzet voor de mensenrechten in de islamitische republiek. Ze ligt geregeld overhoop met de autoriteiten.Ebadi meldde vorige maand dat de medaille en oorkonde uit haar bankkluisje waren gehaald. Ook werd de bankrekening waar het prijzengeld uit 2003 op staat, bevroren door de autoriteiten.

Noorwegen protesteerde en zei dat het de eerste keer was in het 108–jarige bestaan van de Nobelprijs dat een overheid beslag had gelegd op de prijs. Iran voerde als reden voor de inbeslagname aan dat Ebadi een belastingschuld heeft en zei dat Noorwegen zich er niet mee moest bemoeien.

Store zegt in zijn verklaring, die ook is ondertekend door zijn Zweedse collega Carl Bildt, dat hij zich ondanks de teruggave ernstig zorgen blijft maken over de behandeling van Ebadi door de Iraanse autoriteiten. Volgens Store zijn er „vele dreigementen" richting Ebadi, haar familie en collega’s. Die dreigementen zijn volgens hem een duidelijk signaal van de verslechterende mensenrechtensituatie in Iran sinds de verkiezingen in juni.

Toen werd de oerconservatieve president Mahmoud Ahmadinejad in een uiterst omstreden stembusgang herkozen. Massale volksprotesten die volgden werden keihard onderdrukt.

Store en Bildt roepen Iran op de 62–jarige Ebadi terug te laten keren naar huis. Ze verliet vlak voor de verkiezingen Iran.