„Jongere begrijpt weinig van de Bijbel”
Meer dan de helft van de jongeren begrijpt bij het Bijbellezen soms of nooit wat hij of zij leest. Iets minder dan de helft van de jeugd blijkt de preek goed te kunnen volgen. Socioloog drs. W. H. Dekker: „Dat betekent dat er nogal wat tevergeefs gepreekt wordt door voorgangers. In ieder geval als het om jongeren gaat.”
Dat blijkt uit een enquête onder 3332 jongeren uit de achterban van het Landelijk Contact Jeugdwerk (LCJ) in de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK), uitgevoerd in het voorjaar van 2008. De resultaten van het onderzoek zijn gebundeld in het boek ”Om het hart van jongeren”, dat donderdagavond in Gorinchem wordt gepresenteerd op een symposium ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van de jongerenorganisatie.Dat een meerderheid van de ondervraagde jongeren aangeeft de Bijbel moeilijk te begrijpen, noemen de onderzoekers „verontrustend.” „Aangezien Gods Woord duidelijk maakt dat de Heere juist door middel van Zijn Woord geloof en bekering werkt, ligt hier een groot probleem. (…) Zowel thuis als op de jeugdvereniging en de catechisatie is het van groot belang dat we de jongeren léren Bijbellezen.”
Uit het onderzoek blijkt verder dat 63 procent van de jongeren dagelijks persoonlijk bidt. Een derde van de jongeren leest iedere dag voor zichzelf uit de Bijbel, terwijl ook een derde van de jongeren dit zelden of nooit doet. Van de jongeren geeft 45 procent aan de Bijbel bij het persoonlijk lezen vaak of altijd te begrijpen; 55 procent zegt dat dit soms of nooit het geval is.
In de enquête is ook aan de jongeren gevraagd wie God voor hen is. Voor 43 procent is God vooral de heilige God, Die toornt over de zonde. Voor een kwart van de jongeren geldt dit juist niet. Bijna twee derde van de jongeren noemt God zijn of haar hemelse Vader. Dat de aarde en alles daarop in zes dagen geschapen is, gelooft 93 procent van de jongeren. Eenzelfde percentage gelooft dat de hemel en de hel beide bestaan.
De jongeren zijn minder gelijkgezind als het erom gaat welke concrete zonden ze ook daadwerkelijk als zonden beschouwen. De helft is het erover eens dat roddelen een zonde is; 43 procent vindt dronkenschap verkeerd. Bijna een kwart is van mening dat wie rookt, zondigt. Bijna een derde vindt dat iedereen zelf moet weten al dan geen seks te hebben voor het huwelijk. Dat de Bijbel ongehuwd samenwonen verbiedt, staat vast voor bijna 70 procent van de jongeren. Onder de jongeren is popmuziek veruit de meest beluisterde muziek: bijna driekwart luistert naar deze muziek.
De onderzoekers constateren dat jongeren blijkbaar leven met een kloof tussen weten en doen. „Meer dan de helft van de jongeren die de Bijbel begrijpen, heeft geen moeite met een levenspraktijk die God concreet verbiedt.”
De resultaten van het onderzoek zijn soms bemoedigend, maar ook onthullend, schrijft de Apeldoornse hoogleraar prof. dr. A. Baars in een slotbeschouwing. „We moeten met name voor één ding op onze hoede zijn: laat dit rapport –bijvoorbeeld op een kerkenraadsvergadering– niet het zoveelste ingekomen stuk zijn dat in een bureaula of in een archief verdwijnt zonder dat er iets mee gedaan wordt. We hebben als kerken met dit rapport „huiswerk” meegekregen. En „huiswerk” is in het licht van de Schrift allereerst „knieënwerk.””
Socioloog Dekker zegt in het boek dat een relatief groot deel van de jeugd misschien vrijmoedig mag geloven, maar dat ze daarmee nog niet vroom zijn. „Misschien dat de toe-eigening van het geloof evangelicaliseert, de vroomheid doet dat nog niet. Stille tijd blijft beperkt. Blijkbaar kost het jongeren moeite om zich te concentreren op God, er tijd voor te nemen.”
God lijkt voor jongeren van het LCJ benaderbaarder dan in het verleden, aldus Dekker. „Geborgenheid wordt bij Hem gevonden. Maar op het gebied van levensstijl en discipline lijkt deze God minder te mogen vragen. En dat is bedenkelijk.”