Maandag stemde minister Maxime Verhagen (Buitenlandse Zaken) in Brussel ermee in het handelsdeel van een EU–akkoord met Servië te ontdooien. Daardoor kunnen bedrijven makkelijker handel drijven. Aanleiding was een positief oordeel van hoofdaanklager Serge Brammertz van het Joegoslavië–Tribunaal. Hij is volledig tevreden over de samenwerking van Servië met het tribunaal.Nederland verzette zich tot dusver binnen de EU vrijwel als enige tegen toenadering, zolang het Balkanland niet helemaal meewerkte. Servië moet nog twee belangrijke verdachten van de burgeroorlog op de Balkan aanhouden en uitleveren aan het tribunaal in Den Haag.

Onder hen is de Bosnisch–Servische generaal Ratko Mladic. Hij wordt onder meer gezocht voor zijn rol in de genocide in de Bosnische moslimenclave Srebrenica en de belegering van de stad Sarajevo. De andere verdachte is Goran Hadzic, die president was van de Krajina–Serven in Kroatië.

Ondanks de Europese beloning van Servië willen Verhagen en de Kamer daarom dat de druk op Servië blijft. Anders komt het hele akkoord niet in beeld. In juni zullen de EU–lidstaten de kwestie opnieuw bekijken. Verhagen zei dat EU–landen Servië het zogeheten stabilisatie– en associatieakkoord meteen zullen aanbieden, als Mladic in de gevangenis in Scheveningen zit. Dit akkoord geldt als het voorportaal van een EU–lidmaatschap.

VVD–Tweede Kamerlid Han ten Broeke vindt het vreemd dat Brammertz niet sprak over volledige samenwerking, zoals steeds de eis was. Verhagen benadrukte dat Servië volgens Brammertz niet meer kan doen dan het land nu doet. Volgens de minister is „volledige samenwerking" een politieke uitspraak en kan Brammertz dat dus niet zeggen.