In het regeerakkoord, dat woensdag na enkele weken onderhandelen totstandkwam, wordt het harde beleid tegenover de Palestijnen gehandhaafd. Twee van de vier partijen in de rechtse coalitie zijn tegen een onafhankelijke Palestijnse staat. Het tweede kabinet-Sharon kan rekenen op de steun van 68 van het 120 leden tellende parlement.

De havik Shaul Mofaz blijft namens Likud aan als minister van Defensie, Benjamin Netanyahu verruilt Buitenlandse Zaken voor de minder prestigieuze post van minister van Financiën. Silvan Shalom is de nieuwe minister van Buitenlandse Zaken.

Avraham Poraz is namens de Shinui-partij minister van Binnenlandse Zaken, zijn partijgenoot Yosef Lapid is benoemd tot minister van Justitie en vice-premier. Tsahi Hanegbi (Likud) is de nieuwe minister van Veiligheidszaken en Natan Sharansky is, eveneens namens Likud, de nieuwe minister voor Jeruzalem.

Het regeerakkoord dat het Likud-blok van Sharon heeft gesloten met twee rechts-religieuze partijen en de seculiere Shinui-partij rept met geen woord over het internationale vredesplan dat moet leiden tot een Palestijnse staat in 2005. Er zullen geen nieuwe Joodse nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever gebouwd worden, maar bestaande nederzettingen worden wel „ontwikkeld”, aldus het regeerakkoord.

In het regeerakkoord staat dat het tweede kabinet-Sharon streeft naar interim-overeenkomsten met de Palestijnen, maar dat de onderhandelingen daarover pas worden geopend als het geweld van Palestijnse zijde stopt. Israël is bereid concessies te doen aan de Palestijnen, maar concrete toezeggingen worden niet gedaan.

De Israëlische regering belooft de vredesakkoorden die zijn gesloten met de Palestijnen en goedgekeurd door het parlement, uit te voeren, mits ook de Palestijnen zich eraan houden. Ook zal de veiligheidsmuur afgebouwd worden die Israël moet afschermen van de Westoever. Een eventueel akkoord over een Palestijnse staat moet worden goedgekeurd door het kabinet.