Binnenland

Tramconducteur mag geen kruis aan kettinkje dragen

Een tramconducteur uit Amsterdam mag na tien jaar van het Gemeentelijk Vervoersbedrijf (GVB) geen kettinkje met een kruis meer op zijn bedrijfskleding dragen.

Binnenlandredactie
8 December 2009 11:37Gewijzigd op 14 November 2020 09:19
AMSTERDAM – Een tramconducteur uit Amsterdam mag na tien jaar van het Gemeentelijk Vervoersbedrijf (GVB) geen kettinkje met een kruis meer op zijn bedrijfskleding dragen. - Foto ANP
AMSTERDAM – Een tramconducteur uit Amsterdam mag na tien jaar van het Gemeentelijk Vervoersbedrijf (GVB) geen kettinkje met een kruis meer op zijn bedrijfskleding dragen. - Foto ANP

De man vocht de maatregel maandag aan tijdens een kort geding dat diende bij de Amsterdamse rechtbank. „Het kruis is voor mij alles. Het is een teken van de liefde van Jezus Christus Die Hij aan het kruis aan mij heeft gegeven”, aldus de conducteur.De GVB-medewerker eiste het recht op om een kettinkje met daaraan een kruis ter grootte van ongeveer 5 centimeter zichtbaar te dragen. „Wij leven in Nederland, een democratisch land waarin iedereen het recht heeft zijn geloof uit te dragen.”

Advocate mr. J. Koops gaf te kennen dat het GVB wel rekening houdt met vrouwelijke moslimmedewerkers. Zij hebben toestemming om een hoofddoekje te dragen. Volgens haar is er daarom sprake van discriminatie. „Het is niet passend dat moslima’s wel hun geloof mogen en kunnen uitdragen door middel van de hoofddoek, terwijl deze conducteur niet zichtbaar mag getuigen van zijn christelijk geloof”, aldus Koops.

Woordvoerster P. Faber van het GVB verwijst in een reactie naar de kledingvoorschriften van het bedrijf. „Sinds een jaar hebben we nieuwe bedrijfskleding. Bij de invoering is vast­gesteld dat er geen sieraden meer mogen worden gedragen. Dat past niet bij een professionele en representatieve uitstraling.”

Volgens Faber maakt het hoofddoekje deel uit van de nieuwe bedrijfskleding. „Onze vrouwelijke medewerkers krijgen een shawl. Wie dat wil, mag hem ook gebruiken als hoofddoekje.” Faber ontkent dat de invoering van die richtlijn verband houdt met de wens van vrouwelijke tramconducteurs om vanwege het islamitische geloof een hoofddoek op te hebben. „Dat is niet het geval.”

De tramconducteur draagt de kettinkje met het kruis al tien jaar. Begin dit jaar werd hij er voor het eerst door het bedrijf op aangesproken. Omdat de man zijn kettinkje bleef dragen, volgde een schorsing van een week. Tijdens het juridisch proces draagt de conducteur het kruis niet. „Dan zou het vermoedelijk tot ontslag komen”, aldus mr. Koops. „Voor die harde lijn kiezen we vooralsnog niet.”

Volgens de advocate is de maatregel van het GVB overbodig. „Dat het bedrijf representativiteit wil, is begrijpelijk. Maar dat het van mening is dat het dragen van een kruis daaraan afbreuk doet, heeft de conducteur gekwetst. Hij vindt het pijnlijk om te horen dat het symbool van het kruis wel strijdig zou zijn met professionaliteit en een hoofddoekje niet.”

Overigens heeft het GVB de tramconducteur wel toestemming gegeven voor het dragen van een kruis op een ring. „Mijn cliënt kiest er echter voor om het kruis op zijn hart te dragen”, aldus Koops.

Het verweer van het vervoersbedrijf dat de Koran moslima’s verplicht een hoofddoek te dragen, wijst Koops van de hand. „Dat is een kwestie van interpretatie. Lang niet alle moslima’s dragen er één. Dat is een strikt persoonlijke keuze.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer