AIVD mocht Telegraaf afluisteren
De inlichtingendienst AIVD heeft terecht twee journalisten van De Telegraaf afgeluisterd, nadat de krant artikelen op basis van staatsgeheime stukken had gepubliceerd.
Dat oordeelt een commissie die toezicht houdt op de inlichtingendiensten in Nederland.Verantwoordelijk minister Ter Horst van Binnenlandse Zaken heeft de conclusies vrijdag naar de Tweede Kamer en De Telegraaf gestuurd. Het gerechtshof in Amsterdam oordeelde in oktober nog dat de AIVD niet had mogen afluisteren.
De toezichthouder vindt dat de AIVD de journalisten in het vizier mocht nemen om het lek binnen de inlichtingendienst op te sporen. Dat de AIVD direct na de eerste publicatie op basis van dat lek al begon met afluisteren, vindt de commissie echter verkeerd. Volgens de toezichthouder bestond op dat moment nog geen concreet gevaar dat meer stukken zouden lekken en leidde het artikel over de inval in Irak niet tot directe schade voor de nationale veiligheid.
De zogenoemde Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) vindt dat de AIVD verder correct heeft gehandeld. De twee AIVD-dossiers die aan de basis lagen van artikelen in De Telegraaf over de inval in Irak en een bezoek van de dalai lama aan Nederland, werden terecht aangemerkt als staatsgeheim. De inlichtingendienst mocht de journalisten De Graaf en De Haas aanwijzen als ”target”, omdat zij een bedreiging konden vormen voor de nationale veiligheid. Ook met het middel afluisteren heeft de toezichtscommissie geen probleem, omdat uit intern onderzoek van de AIVD tientallen personen naar voren kwamen die het lek zouden kunnen zijn.
Minister Ter Horst heeft moeite met de conclusie dat ze te vroeg toestemming heeft gegeven voor het afluisteren van de journalisten, maar legt zich daar wel bij neer. De Telegraaf kan nu besluiten een klacht in te dienen bij de Nationale Ombudsman. Hoofdredacteur Sjuul Paradijs van De Telegraaf is overigens niet afgeluisterd, schrijft Ter Horst.
Hoofdredacteur van De Telegraaf Paradijs eist van minister TerHorst excuses voor haar optreden in de zogenoemde lekzaak. Hij zei dat gisteren in reactie op het onderzoek van de commissie van toezicht die zich onder meer op inlichtingendienst AIVD richt.
„Het schenden van de persvrijheid is een doodzonde”, benadrukt de hoofdredacteur. „De minister moet lessen trekken uit het advies van de commissie. Er was geen directe schade voor de staatsveiligheid en er was geen bedreiging voor mensenlevens.”