”Barmen” was geen politiek protest
De Barmer Thesen vormden geen politieke of kerkelijke uitspraak, maar waren een theologische verklaring. Zij betrof een kritische terechtwijzing van de nazigeoriënteerde ”Duitse christenen”, geen politiek verzet tegen de totalitaire staat.
Dat stelt prof. dr. George Harinck, hoogleraar neocalvinisme aan de Vrije Universiteit (VU) te Amsterdam. Hij is vandaag een van de sprekers tijdens het congres ”75 jaar Barmer Thesen, 1934-2009” in Amsterdam, georganiseerd door het Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlands Protestantisme. Het is dit jaar 75 jaar geleden dat een groep Duitse christenen, verenigd in de Bekennende Kirche, verzet aantekende tegen de nazigeoriënteerde ”Deutsche Christen” in de Duitse Evangelisch-Lutherse Kerk.Tijdens een bijeenkomst in Barmen, van 29 tot 31 mei 1934, gaf de synode van de Bekennende Kirche een theologische verklaring uit die van de hand van de Zwitserse theoloog Karl Barth was. In wat later de Barmer Thesen zijn gaan heten verwerpt de kerk elke openbaring buiten het Woord. Jezus Christus is het ene Woord waarnaar de kerk moet luisteren. Deze Barmen Thesen golden al spoedig als symbool van het Duitse kerkelijke verzet tegen het nationaalsocialisme.
Prof. Harinck vindt echter dat Barmen vooral gezien moet worden als alternatief voor het model dat de Deutsche Christen propageerden, niet als een verzet tegen het naziregime. Later werd Barth wel radicaler, toen hij de eed op Hitler weigerde en daarom naar het neutrale Zwitserland moest uitwijken.
Nederlandse reactie
De bijeenkomst aan de VU stond vandaag vooral in het teken van de Nederlandse reactie op Barmen. De ontvangst van de Barmer Thesen was „obscuur”, aldus prof. Harinck. „Ze golden als een tekst die in theologische zin door Barths theologie gestempeld was en die politiek gezien het nationaalsocialisme ongemoeid liet. Toen Barth in 1935 in de kerk niet meer alleen theologisch, maar ook politiek stelling nam en de Barmer Thesen daarbij betrok, leek alle steun ervoor in Nederland weg te vallen.”
Toch prezen de Nederlandse christenen later de moed van Barth om de eed op Hitler te weigeren, wat barthianen echter veel vragen deed opwerpen over deze politieke wending. De Gereformeerde Kerken wezen Barmen af en voelden zich meer verwant met de scherpere opstelling van de Bekennende Kirche in 1935 (de oud-Pruisische synode in Berlijn), die het nieuwe heidendom krachtig bestreed als de verering van „bloed, ras en nationaliteit.”
De hervormde theoloog dr. Th. Haitjema vond Barths weigering om de eed op Hitler af te leggen ongepast. Prof. Harinck: „Hij koos anno 1936 overtuigd voor de Duitse Rijkskerk, net zoals de Hervormde Kerk in de negentiende eeuw voor een nationaal kerkmodel had gekozen in plaats van voor een vrije kerk.” Haitjema maakte daarin echter een „historische vergissing”, aldus prof. Harinck.
Een duidelijk aanhanger van Barmen was de hervormde theoloog dr. Jan Koopmans, zo stelde drs. C. C. den Hertog, christelijk gereformeerd predikant en spreker op het congres. Koopmans openlijke instemming met Barmen ging gepaard met een oproep de broeders in Duitsland te steunen. Het was voor Koopmans van groot belang dat de Nederlandse kerk zich zou uitspreken en hij verwees naar het voorbeeld van de Bekennende Kirche.
In zijn ”Amersfoortse thesen” formuleerde Koopmans een conceptgetuigenis, dat een eigen verwerking van Barmen is. Het meest in het oog springende verschil met Barmen is de uitvoerige bestrijding van het antisemitisme.